23 maart 2021

Belast kinderen niet met genderkeuze

De problemen van intersekse personen moeten niet misbruikt worden om een ideologische visie op het geslacht te promoten in het onderwijs. Geslacht is voor bijna alle mensen een gegeven, geen keuze. Daarom is het lesmateriaal van Rutgers waarin gesteld wordt dat intersekse een reguliere geslachtelijke variatie is, ondeugdelijk.

Dat stellen SGP en ChristenUnie in schriftelijke vragen aan de ministers van Engelshoven van Onderwijs en Van Ark van Medische Zorg. De kamerleden Bisschop en Bruins vinden dat het lesmateriaal dat Rutgers op scholen aanbied over seksuele vorming meer met ideologie te maken heeft dan met de realiteit. Ze verwijzen daarbij naar wetenschappelijke studies en medisch specialisten die stellen dat intersekse een zeldzame uitzondering is. Zelfs de belangenvereniging van intersekse personen spreekt van een ‘aandoening’.

Bisschop en Bruins vinden dat de worsteling die intersekse personen hebben aandacht verdienen en serieus moeten worden genomen. Maar dat mag niet betekenen dat kinderen op scholen de suggestie meekrijgen dat alle variaties veelvoorkomend zijn en dat ze zelf kunnen of moeten kiezen uit een reeks van geslachten. SGP en CU willen ook dat de regering onderzoek doet naar de toename van de aanvragen voor genderzorg door kinderen sinds 2013, dit naar aanleiding van zorgen die medisch specialisten hebben geuit.

Lees hier de vragen van SGP-Kamerlid Bisschop en CU-Kamerlid Bruins aan de ministers van Onderwijs, cultuur en wetenschap en van Medische zorg.

  1. Bent u bekend met het artikel ‘Zet kinderen niet onder druk met genderkeuze’?1
  2. Deelt u de mening dat het feitelijke bestaan van variaties in geslachtskenmerken niet mag betekenen dat kinderen in het onderwijs de suggestie meekrijgen dat deze variaties veelvoorkomend zijn en dat zij zelfs zouden kunnen kiezen uit een reeks van geslachten? Vindt u het verantwoord dat Rutgers in de handreiking voor scholen als normatief kader schrijft dat “ontzettend veel variatie in genitalia” bestaat en dat intersekse “geen afwijking” zou zijn, maar “een natuurlijke variatie in geslachtskenmerken”?2
  3. Hoe is de opvatting van Rutgers dat intersekse een reguliere geslachtelijke variatie zou zijn te verenigen met de gebruikelijke wetenschappelijke aanduiding Disorder of sex development, met het gegeven dat medisch specialisten erkennen dat sprake is van zeldzame uitzonderingen en dat de belangenvereniging DSDNederland spreekt van een aandoening? Hoe is het mogelijk dat Rutgers met overheidssteun kan voorzien in lesaanbod voor scholen, terwijl op wetenschappelijke gronden ernstige bedenkingen te formuleren zijn bij het materiaal dat Rutgers verspreidt?
  4. Bent u het ermee eens dat de problematiek van intersekse personen en de zorgvuldige aandacht die zij verdienen niet misbruikt mogen worden om een ideologische visie op het geslacht te promoten in het onderwijs? Vindt u het beeld van het knutselen van een genderkoekje passend bij de fundamentele vragen die voor kinderen aan de orde zijn?
  5. Wat is uw reactie op het indringende signaal vanuit de genderzorg over de grote stroom kinderen die zich sinds 2013 aanmelden?3 Worden nieuwe onderzoeken gestart om de stijging onder jongeren te verklaren en betrekt u hierbij expertise uit het buitenland? Hoe voorkomt u dat onevenwichtige beeldvorming in het onderwijs bijdraagt aan de stijging van het aantal genderbehandelingen? 

 

  1. De Telegraaf, 19 maart 2021.
  2. Lees de handreiking hier.
  3. Lees het artikel hier.