1 april 2021

Bijdrage Van der Staaij aan het verkennersdebat

Lees of bekijk hier de bijdrage van SGP-Kamerlid Kees van der Staaij aan het debat over de verkenning. De toelichting op onze steun aan de motie van wantrouwen is onder zijn bijdrage te lezen.

De kabinetsformatie is begonnen met een valse start. Ronduit ontluisterend was de opmerking "positie Omtzigt, functie elders". Dat raakt niet alleen onze collega persoonlijk, maar ook de positie van het parlement. Want hoe je de gewraakte zin ook uitlegt, er gaat de suggestie van uit dat een kritisch en vasthoudend Kamerlid op een zijspoor moet worden gezet. Ik moet bekennen: dat verzin je niet. Sterker nog, als iemand het wel verzonnen zou hebben, dan zouden velen dit als complotdenken van de hand hebben gewezen. Een dringende opgave is nu juist om meer recht te doen aan de positie van het parlement als tegenmacht van de regering. Kijk naar de brieven die bij de verkenners zijn ingeleverd. Iedereen zegt: wat na alle affaires nodig is, is herstel van vertrouwen in de overheid. Nodig is daarom een versterking van de medewetgevende taak, van de controlerende rol van het parlement. Dat staat natuurlijk haaks op de suggestie die uitgaat van die passage: een kritisch Kamerlid wegpromoveren. Die uitgelekte notities hebben veel wantrouwen gezaaid, terwijl niet alleen voor de opgave van herstel van vertrouwen in de overheid, maar ook voor de vorming van een kabinet juist onderling vertrouwen nodig is. Vertrouwen komt niet spoorslags terug door een pittig debat, maar het begint er wel mee. En daarom was en is die opheldering broodnodig.

In de interruptiedebatten met de heer Rutte hebben we al gesproken over de schadelijkheid van het feit dat wat hij eerder zei, niet bleek te kloppen. Maar de vragen zijn natuurlijk ook gericht aan het adres van de oud-verkenners. Want ook wat in de brief staat die zij verstuurd hebben, namelijk dat met geen van de fractievoorzitters zou zijn gesproken over de positie van de heer Omtzigt, klopt niet. Willen zij daar opheldering over bieden? Hoe kan het dat dit in die brief aan de Kamer terechtgekomen is? Waarom wilden zij als verkenners de positie van een Kamerlid bespreken met de heer Rutte en mevrouw Kaag?

Mijn derde vraag sluit aan op wat er nog staande dit debat gebeurde. Hoe zit het nu met de informatie over deze kwestie? In ieder geval is bekend geworden dat met de heer Rutte wel is gesproken over de positie van de heer Omtzigt en dat dit vervolgens ook bij mevrouw Ollongren en mevrouw Jorritsma is meegedeeld. In hoeverre kan dat via via niet met de hele Kamer gedeeld zijn, is mijn vraag aan, in het bijzonder, mevrouw Ollongren.

De gang van zaken waar we vandaag over spreken, is ook een stresstest voor het formeren nieuwe stijl. Het zou goed zijn als deze formatie op een later moment grondig wordt geëvalueerd, net als de eerdere. Een verkenner, een tamelijk nieuwe figuur op het staatstoneel, loopt op staatsrechtelijk weinig ontgonnen terrein. Daarom heb ik ook drie kanttekeningen/vragen.

Allereerst deze. De aftrap van de formatie begint sinds enige tijd in de Rooksalon van de Tweede Kamer. Het is niet mistig wat daar gebeurt. De wens van de grootste partij voor een aan te stellen verkenner is leidend. Maar dat heeft kwetsbaarheden in zich; dat zien we ook. Is het niet beter als er, juist in deze kwetsbare beginfase, iemand optreedt die in staat moet worden geacht om boven het partijpolitieke gewoel uit te komen? Het is misschien wel erg vernieuwend wat ik nu voorstel, maar ik denk daarbij aan iemand die onpartijdigheid al met de paplepel kreeg ingegoten, iemand die een breed vertrouwen heeft in de Nederlandse bevolking, die te allen tijde een beroep kan doen op adviseurs die het klappen van de zweep kennen, iemand die volgens de Grondwet ook zelf later een taak heeft in het formeel benoemen van ministers. Zou dat niet een idee zijn, om juist in die beginfase van die formatie een rol voor deze persoon te laten terugkomen?

Mijn tweede punt gaat over de rekrutering van de verkenners, omdat het op dit moment allemaal figuren zijn die nog met beide benen in de politieke modder staan, zowel de oude als de nieuwe verkenners. Zou het niet verfrissend zijn om te rade te gaan bij mensen die net ietsje verder van de actuele politiek staan?

En mijn derde en laatste opmerking betreft de ambtelijke ondersteuning van de formatie. Het kwetsbare van de al jarenlange ondersteuning vanuit Algemene Zaken, hoe deskundig ook, is dat er hoe dan ook een lijn naar het Torentje loopt. Het zou goed zijn als dat bij de evaluatie ook opnieuw wordt gewogen.

Lees hier de toelichting op de steun van de SGP aan de motie van wantrouwen die ingediend is tijdens dit debat.

De SGP heeft voor de motie van wantrouwen gestemd omdat al met al de antwoorden op de belangrijke kwestie waarover het in dit debat ging, ons onvoldoende vertrouwen gaven. 

In essentie ging het erom of we ervan uit konden gaan dat ook in gevoelige kwesties de waarheid wordt gesproken. De informatie die we hadden gekregen van zowel de verkenners als van de heer Rutte luidt als volgt: “Er is met niemand gesproken over de positie van de heer Omtzigt.” Dit bleek duidelijk niet te stroken met de waarheid. Dat kwam pas aan het licht toen de Kamer een debat met de oud-verkenners afdwong en de aantekeningen van de gesprekken opvroeg. De verklaring die hiervoor werd gegeven - gebrek aan herinnering – is voor de SGP-fractie niet overtuigend en dat nemen we ernstig op. Dit raakt namelijk aan de positie van het parlement. Het parlement moet de regering controleren. Daarom moeten we erop kunnen vertrouwen dat de informatie die gegeven wordt, ook daadwerkelijk klopt. Bovendien is het spreken van de waarheid een belangrijke Bijbelse norm, waar wijzelf op aanspreekbaar willen zijn, en waar we ook anderen aan willen houden.

In het licht van onder meer de toeslagenaffaire is bovendien van belang dat de positie van de Kamer als tegenmacht versterkt wordt in plaats van verzwakt. De suggestie dat een kritisch Kamerlid op een zijspoor moet worden gezet, staat haaks op de beloofde beterschap. Wij zijn ons ervan bewust dat het ging om VVD-leider Rutte die opereerde tijdens de formatie, maar zoals de premier zelf gezegd heeft zijn de rollen van VVD-leider en demissionair minister-president juist in deze fase moeilijk uit elkaar te houden.

De SGP heeft de afgelopen tijd verkiezingscampagne gevoerd onder het motto “In Vertrouwen”. In het gesprek met de oud-verkenners heeft de SGP gepleit voor volle inzet op versterking van het integer en effectief functioneren van de overheid.

Tegen deze achtergrond heeft de SGP aan het slot van een tumultueus debat de keus gemaakt in dit uitzonderlijke geval voor de motie van wantrouwen te stemmen. We beseften ten volle dat er op elke keus die we hierin zouden maken steekhoudende kritiek te geven is. Juist dat maakt dit soort beslissingen zo lastig. Na zorgvuldig wikken en wegen hebben wij uiteindelijk de hoge morele en politieke waarde van het eerlijk uitkomen voor de waarheid, het zwaarst laten wegen. Het is nu van belang dat de nieuwe informateur in alle rust gaat bezien of en hoe gewerkt kan worden aan herstel van vertrouwen richting een nieuw te vormen Kabinet.

Bekijk hier de bijdrage van Kees van der Staaij aan de tweede termijn van het verkennersdebat. 



Bekijk hier de interrupties van Kees van der Staaij op Mark Rutte tijdens het verkennersdebat.