9 februari 2022

'De abortuspil beëindigt een wonder’

Lees of bekijk hier de bijdrage van SGP-Tweede Kamerlid Chris Stoffer aan het debat het initiatiefwetsvoorstel van GroenLinks, PvdA, D66 en VVD over de aanpassing van de abortuswet. Dit initiatiefwetsvoorstel wil op een laagdrempelige manier de abortuspil beschikbaar stellen bij de huisarts.

Vandaag spreken we opnieuw over een initiatiefwet om de abortuswet aan te passen. De initiatiefnemers willen dat mogelijk wordt gemaakt dat op laagdrempelige wijze de abortuspil via de huisarts kan worden verstrekt als er sprake is van een ongewenste zwangerschap tot negen weken, aldus de memorie van toelichting.

Ik moet eerlijk bekennen dat de voorbereiding op dit debat mij zwaar viel, meer nog dan het wetsvoorstel over de afschaffing van de beraadtermijn. Want bij die bedenktermijn hebben we het over de manier waarop een besluit tot abortus wordt genomen, maar voor het debat van vandaag ontkom je er niet aan om je te verdiepen in de manier waarop een abortus daadwerkelijk plaatsvindt door middel van een pil. Als je eerlijk bent, ontkom je er niet aan om tot je door te laten dringen wat er dan gebeurt.

Want dat ongeboren leven is nog zo onvoorstelbaar klein, en tegelijkertijd is het zo onvoorstelbaar groot. Bij zes weken zwangerschap begint het hartje al te kloppen, een week later krijgt het hoofdje vorm en nóg een week later beginnen de hersentjes te werken en krijgt dat lichaampje verder vorm: mondje, beentjes, teentjes. Met een abortuspil wordt aan dit wonder een definitief einde gemaakt. Die werkelijkheid weegt voor mij heel zwaar in dit debat.

Waarom is het nodig om die drempel voor een abortus te verlagen door de abortuspil bij de huisarts beschikbaar te maken? Welk probleem lost dit wetsvoorstel nu eigenlijk op? In eerdere schriftelijke rondes vroegen ook de Raad van State en de fracties van de VVD en het CDA zich dat af. De initiatiefnemers geven hoog op van de abortuspraktijk in Nederland. Ze zien echter een knelpunt in het feit dat ruim de helft van de vrouwen die kiest voor een abortus, eerst naar de huisarts gaat en vervolgens doorverwezen wordt naar de kliniek of het ziekenhuis. Dat wijst er volgens hen op dat er vrouwen zijn die graag direct geholpen willen worden door de huisarts om hun zwangerschap af te breken. Ik vraag mij af of je deze conclusie zomaar kunt trekken. Dat vrouwen eerst naar de huisarts gaan, is op zichzelf toch geen bewijs dat ze ook graag zouden willen dat de huisarts hun direct een abortuspil kan verschaffen? Mijn vraag is ook: hoe groot is naar verwachting de groep vrouwen die hiervan gebruik zal maken? De initiatiefnemers stellen verder dat de reistijd of andere praktische obstakels er niet toe mogen leiden dat een vrouw ervan afziet om hulp te zoeken of dat zij dit uitstelt. Maar kunnen de initiatiefnemers feitelijk onderbouwen hoe vaak dit voorkomt?

De initiatiefnemers benadrukken keer op keer dat voor onbedoeld zwangere vrouwen de huisarts de vertrouwde hulpverlener is. Ik kan me dat voorstellen. Abortus is bij uitstek geen hulpvraag die alleen medisch is, maar ook sociaal, psychologisch en emotioneel. De persoonlijke band die er mogelijk is, speelt ook in de huidige praktijk een rol. Dat is vooral belangrijk voor het eerste keuzegesprek, voorafgaand aan de beraadtermijn. De initiatiefwet is wat dat betreft niet vernieuwend, voorzitter. Wat nieuw is, is dat de huisarts ook de persoon wordt die de abortus daadwerkelijk uitvoert, door het verstrekken van pillen. Ik heb daartegen drie bezwaren.

Het eerste bezwaar is dat je abortus hiermee verschuift van specialistische zorgverleners in klinieken en ziekenhuizen naar de eerste lijn. Daarmee normaliseer je, hoe je het ook wendt of keert, abortus als een reguliere behandeling die iedere huisarts zou moeten kunnen uitvoeren. Zijn de initiatiefnemers het ermee eens dat de abortuspil onvergelijkbaar is met elk ander recept of medicijn dat de huisarts voorschrijft?

Mijn tweede bezwaar is dat het wetsvoorstel wel de drempel voor een abortus verlaagt, maar geen extra waarborgen biedt voor de zorgvuldigheid van de besluitvorming. Wij weten dat huisartsen reeds nu vaak een verwijzing naar kliniek of ziekenhuis uitschrijven, zonder met de vrouw te spreken over alternatieven. Tel daarbij op dat veel huisartsen jaarlijks slechts een paar keer met een abortusverzoek te maken hebben. Tel daarbij ook op de vele andere taken van huisartsen, die collega's zojuist al benoemden. De werkdruk is daar gewoon heel hoog. In het korte consult van laten we zeggen 10, 20, 30 minuten komen arts en vrouw dan tot het besluit om de pillen te verstrekken. Mijn vragen zijn de volgende. Kan door huisartsen voldaan worden aan de zorgvuldigheidseisen die de wet stelt ten aanzien van de besluitvorming? Komt er niet heel veel druk op dergelijke gesprekken? Zijn de indieners het ermee eens dat je op zijn minst de verplichtingen voor artsen om op alternatieven te wijzen, zou moeten aanscherpen?

Het derde bezwaar wordt verwoord door de Raad van State.
Deze oordeelde dat met deze initiatiefwet afbreuk wordt gedaan aan de door de wetgever beoogde balans tussen de bescherming van het ongeboren leven aan de ene kant en de hulpverlening aan de ongewenst zwangere vrouw aan de andere kant. Volgens de Raad van State gaat dit wetsvoorstel eenzijdig uit van de keuzevrijheid van de vrouw. Ik vraag de initiatiefnemers: hoe draagt uw voorstel bij tot het beschermen van het ongeboren menselijk leven? Je kunt op zijn minst zeggen dat er discussie is over de waarde van ongeboren leven. Voor de SGP wordt de waarde van het ongeboren leven bepaald door het feit dat ieder mensenleven uniek door God gegeven is. Ik vraag de indieners: stel nu eens dat ze mistasten en dat ongeboren leven meer waarde heeft dan ze denken? Zou je dan ten minste vanuit het oogpunt van zorgvuldigheid niet een zekere mate van terughoudendheid moeten betrachten?

Hoewel het niet wettelijk verplicht is, wordt in veel gevallen bij overtijdbehandelingen ook een zekere bedenktermijn gehanteerd. De Raad van State benadrukt het belang hiervan, ook voor vroege zwangerschappen. Mijn vraag aan de initiatiefnemers is: zou je deze praktijk niet in de wet moeten vastleggen?

Slechts een deel van de huisartsen zal gebruikmaken van de mogelijkheid om de abortuspil te verstrekken. Collega Hijink interrumpeerde daar zojuist mevrouw Westerveld op.

Mijn vraag is: hoeveel huisartsen zullen dit naar verwachting doen? Artikel 20 van de abortuswet zegt dat niemand verplicht is een vrouw een behandeling gericht op het afbreken van zwangerschap te geven, of daaraan mee te werken. Mijn vraag aan de initiatiefnemers is: kunnen zij bevestigen dat geen huisarts, huisartsassistent of praktijkondersteuner medewerking hoeft te verlenen aan het verschaffen van de abortuspil? Ik mis in de toelichting een reflectie op de rol van de apothekers. Kunnen de initiatiefnemers bevestigen dat apothekers en hun medewerkers niet verplicht zijn om de abortuspil te verstrekken?

In een eerder wetsvoorstel om de abortuspil bij de huisarts beschikbaar te stellen, was een vergunningstelsel voor huisartsen opgenomen. De initiatiefnemers hebben hiervoor niet gekozen, maar na kritiek van de Raad van State hierop hebben zij wel een accreditatieverplichting in de wet opgenomen. Mijn vragen zijn de volgende. Wat is precies het verschil tussen de vergunning waartoe ziekenhuizen en klinieken verplicht zijn en de accreditatie die straks voor huisartsen geldt? Wat houdt zo'n accreditatie nu precies in? En waarom is het logisch dat klinieken precies dezelfde abortuspil alleen mogen verstrekken als zij een vergunning hebben, terwijl voor huisartsen slechts een accreditatie voldoende is?

Het verstrekken van een abortuspil is in Nederland op dit moment verboden op grond van artikel 296, eerste lid van het Wetboek van Strafrecht. Alleen een arts in een ziekenhuis of abortuskliniek met een vergunning mag die abortuspil nu verstrekken. Abortuspillen zijn wel online te bestellen en kunnen in Nederland gewoon geleverd worden. Dat lijkt mij regelrecht in strijd met wetgeving. Mijn vraag aan de minister is dan ook of hij hiervan op de hoogte is. Wordt het verbod op het verstrekken van abortuspillen online of bijvoorbeeld via de post actief gehandhaafd door het Openbaar Ministerie?

Ik vraag de minister ook nadrukkelijk naar activiteiten van Women on Waves. Op hun website geven zij aan dat zij bereid zijn voor huisartsen die nu al abortuspillen willen verschaffen een vergunning te verzorgen. Ook dit lijkt mij strafbaar, omdat Women on Waves alleen buiten Nederland abortussen mag verrichten. Mijn vraag is dan ook: is het kabinet bereid om hier in ieder geval onderzoek naar te doen, en indien mogelijk vervolging in te stellen?

Het trof mij in de toelichting op het wetsvoorstel dat consequent gesproken wordt over de abortuspil als een medicijn. Hoe wrang! Een middel dat een einde maakt aan ongeboren leven, waarom noemen we dat eigenlijk een geneesmiddel? Abortus geneest niet. Iedere dagspanne zetten in Nederland talloze hulpverleners en vrijwilligers zich in om te zorgen voor alternatieven voor abortus. Laat ik dat hier nadrukkelijk zeggen: ik heb daar heel veel waardering voor. Laten we als Kamer en kabinet naast en achter hen gaan staan en gezamenlijk werk maken van echte oplossingen voor moeder en kind. Daar wil ik me in ieder geval met hart en ziel en met alles wat in mij is voor inzetten.