25 mei 2023

Debat over de Staat van Europa

Op donderdag 25 mei debatteerde Nederlandse Europarlementariërs en de woordvoerders over Europese zaken van de Tweede Kamer met minister-president Mark Rutte en minister Wopke Hoekstra van Buitenlandse zaken over de staat van de Europese Unie. Namens de SGP spraken Roelof Bisschop en Bert-Jan Ruissen tijdens het debat. De bijdrage van Roelof Bisschop is hieronder te lezen.

De eerlijkheid gebiedt me te zeggen dat ik vanmiddag af en toe het gevoel had dat we een overleg hadden over de staat van Nederland en niet over de Staat van de Europese Unie. Ik wil mijn bijdrage toch maar nadrukkelijk focussen op de Staat van de Europese Unie.

In Kamerbrief over de Staat van de Unie in '23 viel de SGP het grote aantal Europese initiatieven op, alsmede de verstrekkende aard ervan. Helaas is het niet mogelijk om al die initiatieven in een paar minuten grondig te bespreken. Daarom leg ik namens de SGP de vinger bij een zestal punten.

  • Ten eerste noemt het kabinet de EU het "primaire handelingspodium" op het terrein van de buitenlandse politiek. Het wil af van de consensusbesluitvorming binnen het gemeenschappelijk buitenlandbeleid. Mijn vraag aan de premier of aan de minister van Buitenlandse Zaken is om eens te reflecteren op de vraag hoe effectief de uitvoering van dergelijke besluiten zal zijn als die zonder unanieme steun worden genomen. Verzwak je daarmee in wezen juist niet de positie, zodat het een soort pyrrusoverwinning is?
  • Ten tweede wil het kabinet alle mogelijke instrumenten benutten om de rechtsstaat te beschermen. Dat klinkt als een nogal fanatieke formulering. De concrete vraag is hoe hierbij rekening wordt gehouden met de legitieme culturele verschillen. Het motto is immers: eenheid in verscheidenheid. Waarom focust de tekst over de Europese levenswijze zo sterk op seksuele rechten? Het lijkt wel een hele schrale invulling van het Europese erfgoed, nog afgezien van de eenzijdigheid ervan.
  • Ten derde noem ik de noodverordening inzake energie en het Europese energieplatform. Ik heb hier een concrete vraag bij: kan het kabinet toezeggen dat deze noodgrepen niet permanent worden?
  • Ten vierde de 21 initiatieven op het digitale terrein, als ik goed tel. Alle begrip dat er op het terrein van digitale ontwikkelingen internationaal goed moet worden samengewerkt. Maar ik heb toch de vraag of hier niet al te snel naar de EU wordt verwezen. Hoe democratisch is het dat zelfs plannen die in deze Kamer op een helder "nee" stuiten, zoals de Europese digitale identiteit, toch gewoon doorgaan, en dat het kabinet daarmee instemt in Brussel? Wat doet dat met het vertrouwen in de politiek en in Brussel?
  • Ten vijfde noem ik de initiatieven rondom de economie en de interne markt, van chips tot grondstoffen, van beloningstransparantie tot minimuminkomens, van een digitale euro tot meer eigen middelen en van banken tot een kapitaalmarktunie. Mijn vraag aan de premier is een reflectie op de volgende vraag: leidt dit alles niet impliciet of inherent tot een soort federale unie, meer in de richting van een superstaat?
  • Als laatste wil ik ingaan op de Green Deal. Natuurlijk willen we vergroenen en verduurzamen. Dat is een belangrijk punt. Daar zijn de meningen niet over verdeeld. Maar met de verrekijker van Brussel ziet de EU de grote hobbels in de uitvoering over het hoofd, zo is onze waarneming. Ik geef één concreet voorbeeld. Wat betekent bijvoorbeeld een emissiehandelssysteem voor de gebouwde omgeving voor een gezin dat in een matig geïsoleerd huis leeft van een ziektewetuitkering? Een vraag annex daaraan: beseft de Europese Commissie wel dat het voor de mkb'er die de gasbelasting ziet oplopen, buitengewoon frustrerend is dat die niet kan elektrificeren omdat het net vol zit? Nederland gaat te gemakkelijk mee in de Brusselse ambities. De vraag die ik daaraan koppel, is: hoe zorgt de premier ervoor dat de gewone burger en ondernemer zich weer gezien weten, ook vanuit Brussel?

De SGP zegt: laat de EU werk maken van meer stroomkabels tussen lidstaten, en dat is prima, van internationale treinverbindingen, en dat is heel goed, en van de aanpak van grensoverschrijdende pfas-vervuiling. Maar behoud de ruimte om op te komen voor wat burgers belangrijk vinden. Dat raakt de essentie van politiek en democratie, zowel op nationaal als op Europees niveau.

Ik twijfel er niet aan dat er straks een soepele beantwoording komt vanuit het kabinet. Ik heb altijd diepe bewondering voor de wijze waarop de premier het allemaal doet en ook bijna alle vragen weet te benoemen. Dat gebeurt niet altijd even grondig, maar dat verdraagt zich ook niet altijd met compactheid. Gaat het kabinet daarna weer over tot de orde van de dag of wegen de vragen en zorgen van dit parlement werkelijk mee in de keuzes van het Parlement? Misschien is dat nog wel mijn allerbelangrijkste vraag voor vandaag.

Lees hier de bijdrage van Bert-Jan Ruissen aan het debat.