5 september 2013

Debat Sharia

 Debat Sharia Schilderswijk
4 september 2013
SGP, Elbert Dijkgraaf

We hebben een brief gekregen van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. En in de eerste zin staat: “Orthodox zijn mag in Nederland.” U kunt zich voorstellen, MdV, dat er dan een golf van opluchting door deze vertegenwoordiger van de Orthodox Protestanten gaat. Maar als ik eerlijk ben, heb ik geen behoefte aan deze tekst. Dat dit soort teksten op  papier gezet moet worden, betekent helaas dat je met orthodoxie ook een verkeerde kant op kunt. Mensen zouden zich in dit land veilig moeten voelen.

Voor de SGP staat buiten kijf dat elke vorm van sharia ongewenst is. De publieke ruimte hoort open en veilig te zijn.  Het openbaar gezag berust maar bij één instantie, namelijk de overheid. En dus niet bij die moslims die sharia willen praktiseren. Pogingen om de sharia op te tuigen naast en binnen onze rechtsstaat  moeten dan ook meteen de kop worden ingedrukt, met alle wettelijke middelen.

Maar daar kom ik dan ook gelijk op een vraag. Heeft de minister of hebben de betreffende gemeenten voldoende middelen om dan in te grijpen wanneer zich uitingen van de sharia voordoen?  Zijn er voldoende middelen voor de gemeenten om inkapseling van de publieke ruimte door sharia-aanhangers tegen te gaan?

Een andere vraag is in welke mate sharia nu wel of niet voorkomt. Volgens de gemeente komt het niet op systematische schaal voor. Maar wat betekent dat nu precies? Komt het wel op incidentele schaal voor? En zo ja, wat wordt daar dan aan gedaan? Want ook dat is toch volstrekt onacceptabel?

In de brief wordt ook gezegd dat sociale druk zich lijkt te verplaatsen van de huiskamer naar de straat. In de brief van de gemeente aan de regering wordt gesteld dat het college constateert dat sommigen nadrukkelijk de vrijheid opeisen om hun religie en hun cultuur op eigen wijze te beleven. Dit zijn toch wel zorgwekkende zinnen. Wat wordt hier nu precies bedoeld en wat wordt daar dan concreet tegen gedaan? De SGP is voor alle mogelijke debatten en sociale betrokkenheid tussen mensen op straat, maar wel in een veilige omgeving. Dat verhoudt zich niet met dwang en intimidatie. In zo’n geval kan de minister toch niet volstaan met de passieve opmerking dat mensen die daar last van hebben zich kunnen melden bij de politie?  Zulke drempels vindt de SGP al veel te hoog in ons platte land.

Tot slot zou ik graag van de minister vernemen hoe hij de, hopelijk uitblijvende, ontwikkeling van vormen van sharia gaat monitoren. Daar lees ik niets over in de brief. Zijn we voldoende alert? De SGP wil dat dit stelselmatig in de gaten wordt gehouden. Als het nodig moeten we vroegtijdig kunnen  ingrijpen.