20 maart 2012

Debat situatie na opstappen Brinkman

Een afsplitsing van een fractie is in onze parlementaire geschiedenis geen zeldzaamheid. Het is wel altijd heel pijnlijk. Het maakt doorgaans heel wat tongen los, maar in het algemeen past leden van andere fractie daartegenover vooral terughoudendheid.

Toch is het terecht dat wij over het afsplitsen van de heer Brinkman vandaag wel een debat voeren. Immers, het zittende kabinet is een minderheidskabinet van VVD en CDA, dat gedoogd wordt door de fractie van de PVV.
 
De vraag is dan ook nu gerechtvaardigd: ziet de premier, ziet het kabinet voldoende basis om verder te gaan? Het wordt er immers voor het kabinet niet eenvoudiger op.
Die vraag is met te meer klem aan de orde, nu het kabinet voor grote opgaven staat om de staatsfinanciën weer op orde te krijgen en VVD, CDA en PVV bezig zijn met nieuwe, noodzakelijke, maar ongetwijfeld ingrijpende afspraken hierover.
 
Daarom is dus de vraag: heeft de premier voldoende vertrouwen om door te gaan? Dat is eigenlijk de kernvraag die ik aan de premier in dit debat zou willen voorleggen.

Opnieuw blijkt dat bij een kabinetsformatie niet eens en voor altijd de verhoudingen in de komende regeerperiode bepaald worden. De staatsrechtkenner Joop van den Berg sprak al eens over de permanente kabinetsformatie.     

Staatsrechtelijk gezien is de vertrouwensregel helder. Het kabinet heeft het vertrouwen van de Staten-Generaal tot het tegendeel blijkt. De gebeurtenissen in de fractie van de PVV zijn voor de SGP-fractie op zich zelf geen reden om een andere houding tegenover dit kabinet in te nemen, dan wij steeds hebben gedaan. 

Eerder hebben wij die houding met twee trefwoorden getypeerd: onafhankelijk en constructief. Dat betekent dat wij elk kabinetsvoorstel fair zullen beoordelen op zijn inhoud. Dat was onze houding, en dat blijft onze houding. Kortom: er is een hoop tumult, maar wij blijven onszelf.