12 juni 2012

Doorgaan met stevige aanpak mensenhandel

Van der Staaij vraagt in het debat over de aanpak van gedwongen prostitutie en mensenhandel aandacht voor een stevig aanpak: 1. opsporen, 2. uitstappen, 3. opvangen, 4. samenwerken en 5. streng straffen.

Dwang, uitbuiting, gedwongen prostitutie, vernedering van vrouwen en mensonwaardige behandeling. Dat zijn de duistere achtergronden achter de verontrustende berichten over toename van mensenhandel. De SGP vindt het schokkend dat er vorig jaar 1222 aanmeldingen zijn van mogelijke slachtoffers: een stijging van 23 procent ten opzichte van vorig jaar

Het is moeilijk om precies te zeggen wat de achtergrond van deze toename is. Is het een bewijs van een geslaagde aanpak of neemt het duistere bedrijf van mensensmokkel en uitbuiting sterkere vormen aan?

Wat ook de achtergrond is: er moet wat tegen gedaan worden. Gelukkig heeft deze minister al veel in gang gezet.

De SGP vraagt aandacht voor de volgende vijf punten:

  1. Opsporen
    Lokaal stevige aanpak is noodzakelijk. Het is belangrijk dat gemeenten bekend zijn met het voorbeeld van Eindhoven. Wordt dit reeds opgepakt of leeft het thema nauwelijks bij gemeenten? In de Korpsmonitorvan de politie van vorig jaar staat dat slechts 13 korpsen tevreden zijn over de bereikbaarheid van Comensha, met name omdat er alleen tijdens kantooruren bereikbaarheid is, terwijl de problematiek vooral buiten de kantooruren speelt. Is intussen de wederzijdse informatieverschaffing en bereikbaarheid verbeterd?
  2. Uitstappen
    De SGP blijft voorstander van een landelijke regeling voor uitstapprogramma’s, omdat lang niet alle gemeenten met dit thema aan de slag gaan. Er mag geen terugtrekkende beweging plaatsvinden, terwijl er veel goed werk is gedaan. Wil de minister aan de Nationaal Rapporteur vragen ook specifiek aandacht te geven aan de wijze waarop gemeenten invulling geven aan lokale aanpak uitstapprogramma’s.
  3. Opvangen
    Er moet een structurele oplossing komen voor de wachtlijsten. Nu lijkt de opvang incidenteel. Graag de inzet om ook de vervolgopvang goed te regelen, omdat er in de normale opvang geen ruimte is, vanwege gebrek aan doorstroming.
    Daarbij moet er ook aandacht komen voor de veiligheid van de opvang, omdat mensenhandelaren nu nog veel te gemakkelijk toegang hebben.
  4. Samenwerken
    Comhensa vraagt om uitbreiding van de meldplicht naar alle instanties die in aanraking komen met slachtoffers en om een landelijk dekkend netwerk van regiocoördinatoren mensenhandel. Waarom is dat nu niet geregeld? Ook de Kamers van Koophandel en de Belastingdienst zijn maar beperkt actief op dit terrein. Elke Kamer van Koophandel en de kantoren van de Belastingdienst moeten verplicht worden met de politie in contact te treden. Niet slechts in twee regio’s. De SGP vindt dat registratie van prostituees achterwege moet blijven als er sprake is van een vermoeden van mensenhandel?
    Samenwerken betekent ook intensivering van de samenwerking met die landen waar de meeste slachtoffers vandaan komen: Hongarije, Polen en Bulgarije.
  5. Straffen
    Mensenhandelaren moeten hun straf uitzitten, zonder dat er sprake kan zijn van vervroegde invrijheidsstelling. Ook vindt de SGP dat levenslang toezicht mogelijk moet zijn. Wanneer wordt het blijvend toezicht mogelijk? Ten slotte moet ook de strafbaarstelling van de klant goed geregeld worden.