13 april 2023

Ereschuld aan Groningen royaal vergoeden

Op woensdag 12 april debatteerde de Tweede Kamer over het rapport van de parlementaire enquêtecommissie aardgaswinning Groningen. Namens de SGP sprak Chris Stoffer. Zijn inbreng is hieronder te lezen of te bekijken. 

Als ik aan de gaswinning in Groningen denk, denk ik altijd aan die honderden jaknikkers die al die jaren vaten olie hebben opgepompt. Het Groningenveld leverde ons land en onze staatskas ruim 363 miljard euro op. Je kunt je haast niet voorstellen hoe groot zo'n bedrag is en wat er allemaal mee is gedaan. Achter deze enorme winsten voor de staatskas zit een enorme last voor de mensen die in Groningen wonen, uitmondend in uitzichtloosheid en alsmaar groeiend wantrouwen in de overheid, in ons. Want hoeveel van die miljarden is nu daadwerkelijk in Groningen geïnvesteerd? Ik zou het eigenlijk niet weten.

Er ligt vandaag een snoeihard rapport van de parlementaire enquêtecommissie voor. Ik wil nadrukkelijk mijn dank uitspreken voor het harde werken en het resultaat dat hier ligt aan de mensen in het vak hier naast mij. Dank. Maar ik denk dat we geen recht doen aan de situatie als we niet eerst de hand in eigen boezem steken. Veel collega's hebben dat ook al gezegd. Want hoe heeft dit zo lang kunnen plaatsvinden? Waarom hebben we niet eerder ingegrepen? De wereld van beslissers lag letterlijk, maar ook figuurlijk, mijlenver van de wereld van de bewoners van Groningen. Het is al door collega's aangegeven: zou er niet eerder ingegrepen zijn als Groningen naast de Randstad zou hebben gelegen? Het past ons als we hierin zelfreflectie toepassen. Want hebben we niet met open ogen geprobeerd een redelijke afweging te maken en tegelijkertijd ingestemd met jarenlange gaswinning, met alle gevolgen van dien? Hebben we ook niet te veel op basis van rooskleurige rapporten, maar zonder met de inwoners te praten, een afweging gemaakt die voor de Groningers onevenredig nadelig heeft uitgepakt? Ik begon met de jaknikkers, maar zijn we in het parlement ook niet gewoon heel vaak niet veel meer geweest dan jaknikkers?

Het rapport spreekt over schadeherstel en moreel herstel, een ereschuld, de erkenning van het leed dat Groningers ondervinden, meer politieke en maatschappelijke aandacht, de inzet van extra menskracht voor schadeafhandeling en versterking en middelen om die inzet mogelijk te maken, en bewustwording, ook buiten Groningen, van het leed dat Groningers ondervinden.

De SGP-fractie omarmt de aanbevelingen die ervoor moeten zorgen dat Groningen weer leefbaar wordt en dat er een duurzaam economisch perspectief geboden wordt aan de regio. In plaats van de regio te zien als wingebied, valt er juist veel te winnen voor de Groningers. We moeten in die regio investeren en zorgen dat de nieuwe generatie weer een toekomst voor zich ziet in Groningen en daarmee in Nederland. Mijn vraag aan de commissie is dan ook hoe zij een toekomst voor die volgende generatie in Groningen voor zich ziet. Zou zij daarop kunnen ingaan? Vindt de commissie dat de volgende generatie voldoende betrokken wordt bij de plannen? En hoe kunnen wij ervoor zorgen dat zij in de komende periode ook goed betrokken blijven? Is er voldoende oog voor het hele aardbevingsgebied? Dus niet enkel voor de plek van de winning, maar overal waar die scheuren in de muren en ook scheuren in het hart zitten?

Het mag gezegd worden: we hebben een staatssecretaris die zich met hart en ziel inzet voor de mensen in Groningen. We hebben niet eerder een staatssecretaris gehad die daadwerkelijk regelmatig in Groningen kantoor hield, om zo met de Groningers samen naar oplossingen te zoeken. Maar we moeten ook zeggen dat de mensen in Groningen niets hebben aan enkel warme woorden. We moeten ook constateren dat die versterkingsoperatie uitermate stroef en onzorgvuldig verloopt. Ik heb hierover de volgende vragen aan de commissie. Hoe kunnen we ervan op aan dat de betrokken bestuurders en uitvoerende partijen nu wel in staat zijn om de noodzakelijke vaart te maken en de noodzakelijke daadkracht te tonen? Hoe zetten we die warme woorden nu echt om in daden? Want dat is toch wel het allerbelangrijkste. En hoe voorkomen we dat we met dit rapport onder de arm niet weer een nieuw schadeloket krijgen, maar zorgen we ervoor dat we alles bundelen zodat het voor de mensen die in Groningen wonen en leven overzichtelijker wordt?

De hersteloperatie is in volle gang en die zal ook nog wel even duren. Ik denk dat we daar gewoon eerlijk in moeten zijn. Maar voor Groningen is het vooral van belang dat er perspectief komt. Dat gaf de commissaris van de Koning, René Paas, vorige week nog een keer nadrukkelijk aan. Door langjarige investeringen in de regio, waarbij ook rekening wordt gehouden met spoor- en wegenaanleg, zorgen we ervoor dat de regio weer echt kan gaan meedoen. We moeten voorkomen dat zich in de toekomst eenzelfde scenario voordoet, waarbij er onvoldoende naar de regio — maar dan breed, dus behalve Groningen ook Friesland en Drenthe — geluisterd wordt.

Dan gaat het niet alleen om gas. Het gaat vooral om beschaamd vertrouwen: telkens van het kastje naar de muur gestuurd worden en je niet gehoord voelen. Breng het bestuur dichter naar de burger en zorg dat die burger zich gehoord blijft voelen. We moeten terug naar die menselijke maat, waarbij we niet met ellenlange deskundigenrapporten onder de arm controleren of die scheur inderdaad wel bij de beving hoort. We moeten een schadevergoeding uitkeren op basis van vertrouwen en herstel. Laat we wat dat betreft bij de uitvoering van wetten ook kritisch blijven, want wie profiteert hiervan? Is er niet een onevenredig zware last voor omwonenden of betrokkenen?

Dit rapport laat zien wat 60 jaar Groninger gas teweeg heeft gebracht: hoge opbrengsten voor de staatskas en oliemaatschappijen, en heel veel ellende voor de mensen die in het gebied zelf wonen. Laten we hier lessen uit trekken, zodat we ook bij de toekomstige winning van wind- en zonne-energie en delfstoffen, waar dan ook, kijken hoe we samen met de regio afspraken kunnen maken. We moeten dat zo doen dat ze niet alleen de lasten maar ook de lusten hebben.

Ik wil afronden met een opmerking over de woorden van de commissaris van de Koning, René Paas. Daarmee loop ik misschien wel vooruit op het debat dat we met het kabinet gaan hebben, maar hij zei dus: wees nu gewoon eens schandalig royaal. Ik denk dat we die woorden echt moeten verinnerlijken en dat we dat met elkaar ook gewoon moeten laten zien.