20 maart 2024

Formatiedebat: 'Een pad uit de politieke patstelling'

Lees of bekijk hier de bijdrage van SGP-voorman Chris Stoffer aan het debat over het verslag van informateur Kim Putters.

Vanaf deze plaats wil in informateur Putters lof toezwaaien voor zijn inzet de kabinetsformatie een stap verder te brengen. Geduld, tact en wijsheid hebben een gedegen eindverslag opgeleverd. Daarin staan ook meer algemene noties over Nederlandse kabinetsformaties waar een ingenieur die net komt kijken in de Haagse politiek alsmede studenten politicologie en staatsrecht veel van op kunnen steken.

De inleiding van het rapport begint waar die moet beginnen: bij de politieke aardverschuiving die de verkiezingsuitslag teweeg bracht. Die uitslag weerspiegelt welke problemen het gros van de kiezers aan het hart gaan en hoe die opgelost moeten worden.
Om die reden heeft de SGP al vanaf de start van de formatie gepleit voor een kabinet bestaande uit de drie grote winnaars van de verkiezingen aangevuld met de VVD, die daar inhoudelijk het dichtst bij staat. De SGP steunt dan ook het voorstel om te onderzoeken of de genoemde vier partijen gezamenlijk een ‘programkabinet’ kunnen gaan vormen.

Centraal in het eindverslag staan de drie p’s: de politieke binding, de programmatische grondslag en de personele bezetting. Dat bewijst hoe goed het was van de informateur om z’n oor óók te luisteren te leggen bij politici met een schat aan ervaring alsmede kenners van het staatsrecht en de parlementaire geschiedenis. Daardoor kon het politieke veld verkend en in kaart gebracht worden. Handig als je een pad zoekt om uit een politieke patstelling te komen.

Eind vorige week was de vraag: welk etiket plakken we op het kabinet-in-wording? Ik wil daar kort over zijn.

De kabinetsformatie is een zaak van ongeschreven staatsrecht.
Eigen aan ongeschreven staatsrecht is dat het de nodige flexibiliteit biedt om een ingewikkelde politieke situatie om te zetten in een werkbare meerderheid.
De formatie van het kabinet-Den Uyl in 1973 was een de meest beruchte in onze geschiedenis. Twee van de vijf deelnemende partijen beschouwden het kabinet als parlementair, de drie andere noemden het extra-parlementair. Den Uyl kenschetste zijn kabinet als ‘eigensoortig’ - een term die ik trouwens ook terug vond in het verslag.
Anders gezegd: welk etiket je er ook op plakt, uiteindelijk gaat het om de vraag of een kabinet, hoe dan ook vormgegeven en door wie dan ook bemand, het vertrouwen heeft van de Staten-Generaal.

Informateur Putters stelt voor om in de volgende fase van de formatie ook te kijken naar partijen die niet met elkaar onderhandelen, maar wel blijk hebben gegeven van een constructieve bijdrage aan het landsbestuur. In dat kader wordt de SGP uitdrukkelijk genoemd. Niet verrassend, een constructieve opstelling zit in ons DNA.
Die welwillendheid moet natuurlijk wel van twee kanten komen en zichtbaar zijn op met name die onderwerpen die de SGP na aan het hart liggen, zoals de bescherming van het leven, de vrijheid van onderwijs en het recht willen doen aan huwelijk, gezin en de natuurlijke orde in de schepping.
Het zou voorbarig zijn daarop vooruit te lopen, maar het zou onoprecht zijn dit te verzwijgen.