1 april 2014

Geen slot op mestbeleid

Een gezonde bodem is de basis voor een gezond boerenbedrijf. Helaas ziet het huidige mestbeleid er niet goed uit. Er dreigt een negatieve en, letterlijk, contraproductieve spiraal. Voldoende aanvoer van dierlijke mest is nodig om het organische stofgehalte van de bodem en de bodemvruchtbaarheid op peil te houden. Dat is ook nodig om uitspoeling van mineralen te beperken en een goede gewasopbrengst (met bijbehorende onttrekking van mineralen) te realiseren.

We lijken nu overgeleverd aan de onderbuikgevoelens van Europese ambtenaren. De Europese Commissie gebruikt de derogatie op oneigenlijke wijze om het Nederlandse actieprogramma aangescherpt te krijgen. Metingen laten immers zien dat de grondwaterkwaliteit onder grasland in het grootste deel van Nederland goed is. Het is onduidelijk waar de Europese Commissie en het Nitraatcomité ons op afrekenen. De SGP wil hier de komende tijd de vinger achter krijgen.

Meer er is meer: de uitvoering van de Nitraatrichtlijn en het nationale mestbeleid is ouderwets en kortzichtig. De normen en onderliggende berekeningen zijn eendimensionaal gericht op het op korte termijn beperken van de uitspoeling. Ze hebben geen oog voor de bodemvruchtbaarheid, voor het terugdringen van kunstmestgebruik, voor kringlopen, voor het organische stofgehalte van de bodem, noch voor uitspoeling op langere termijn. Het beleid doet ook weinig recht aan de groeiende diversiteit in de landbouwpraktijk. Dierlijke mest en dierlijke mest is twee. Ondernemers zijn volop bezig met bewerking van dierlijke mest, kringlopen en alternatieve aanwendingsmethodes, belangrijke factoren voor het verhogen van de mineralenbenutting door gewassen en het beperken van de uitspoeling. Normen stralen echter wantrouwen in dierlijke mest en vertrouwen in kunstmest uit. Dat sluit steeds minder aan op de huidige boerenpraktijk.

Wat nu? De SGP wil inzetten op twee sporen:
In de eerste plaats moeten we alle ruimte die de kaders van het actieprogramma bieden, benutten om het beleid te verbeteren. Staatssecretaris Dijksma suggereerde dat het beleid nu vier jaar op slot zit. Dat mag niet zo zijn. Het hoeft ook niet: de Nitraatrichtlijn biedt ruimte voor aanpassing. De SGP vindt dat onder meer ruimte geboden moet worden voor het jaarrond uitrijden van vaste mest op grasland, voor opbrengstafhankelijke gebruiksnormen voor graan op zand- en lössgrond en voor hogere stikstofgebruiksnormen voor grasland op lössgrond.
In de tweede plaats moeten we nu al de discussie starten over de vormgeving van het actieprogramma na 2017. Niet eendimensionaal, maar met brede blik. We lopen te vaak achter de feiten aan. Eurocommissaris Potocnik gaf recent aan dat bodemvruchtbaarheid belangrijk is. Dat kunnen we alleen maar onderstrepen. Laat bij de uitvoering van de Nitraatrichtlijn daarom ook eens gekeken worden naar de effecten van gebruiksnormen op bodemvruchtbaarheid en naar de effecten van mestinjectie op het bodemleven!

Tot slot. Boeren hebben nu vooral kopzorgen over de onverwachte eis van minimaal 80% grasland voor de derogatie, een onverstandige, onnodige en onheuse doorkruising van opgestelde bouwplannen. Zo ga je niet met ondernemers om. We doen samen met staatssecretaris Dijksma ons best om voor dit jaar onder deze eis uit te komen.

Elbert Dijkgraaf, landbouwwoordvoerder SGP-fractie Tweede Kamer