12 april 2018

Grootste urgentie nodig in aanpak zelfmoordpoeder na dood Ximena

UPDATE: bekijk hier de antwoorden op de schriftelijke vragen.

De ouders van Ximena (19 jaar) deden een emotionele oproep aan de politiek: verbied de verkoop van het zelfmoordpoeder en pak coöperatie Laatste Wil aan. Het poeder dat de coöperatie promoot, maakte een einde aan het leven van hun dochter. Kees van der Staaij heeft inmiddels vragen gesteld aan het Kabinet over deze zaak.

Kees van der Staaij: "Ik vind het uiterst verdrietig dat er al zo lang zorgen geuit worden over de beschikbaarheid van het zelfmoordpoeder, maar dat het allemaal bij politieke woorden blijft. Nu zijn deze mensen hun geliefde dochter kwijt. De regering moet met de grootste urgentie de verkoop van dit zelfmoordpoeder aanpakken én ‘Laatste Wil’ zo snel mogelijk laten vervolgen. Wij zien uit naar snelle en concrete daden van de betrokken ministers."

Vragen van het lid Van der Staaij (SGP) aan de ministers van VWS en J&V over de emotionele oproep van ouders na de dood van hun dochter om het zelfmoordpoeder te verbieden en het strafrechtelijk vervolgen, dan wel verbieden van de Coöperatie Laatste Wil:

  1. Heeft u kennis genomen van het bericht ‘Udense ouders doen emotionele oproep na dood dochter Ximena (19): verbied levenseindemiddel’, de uitzending bij RTL Late Night bekeken waar de ouders hun verhaal doen en kennis genomen van het bericht 'Justitie moet onderzoek doen naar aanzetten tot zelfdoding door coöperatie'?
  2. Bent u bereid gehoor te geven aan de oproep van de ouders om de verkoop van het zelfmoordpoeder aan particulieren wettelijk te verbieden?
  3. Geeft het Openbaar Ministerie gehoor aan de oproep van een psycholoog en twee advocaten in een brief die zij aan het College van Procureurs-Generaal stuurden om te onderzoeken of de Coöperatie Laatste Wil strafbare feiten hebben gepleegd bij het aanzetten tot, en strafbare hulp bij zelfdoding?
  4. Welke mogelijkheden zijn er om de Coöperatie Laatste Wil op basis van Art. 2:20 BW te ontbinden vanwege de strijdigheid van hun werkzaamheden met de openbare orde? Bent u bereid dit te bevorderen?
  5. Heeft het 'indringende gesprek' gesprek dat u zou voeren met de CLW inmiddels plaatsgevonden? Wanneer wordt de Kamer over de uitkomsten hiervan geïnformeerd?