28 april 2015

'Haatsjeiks'

“Geen vrij verkeer van haat in Europa”

De SGP wil dat ministers Van der Steur en Koenders er alles aan doen om te voorkomen dat een omstreden haatsjeik naar Eindhoven komt. Dat stelt SGP-voorman Van der Staaij: “Vrij verkeer in Europa mag geen vrij verkeer van haat betekenen. We lopen de laatste tijd steeds vaker tegen dit soort kwesties op. Er moet een sluitend systeem zijn om imams die mensen tegen elkaar opzetten buiten de deur van Europa te houden.”

Schriftelijke vragen van het lid Van der Staaij aan de ministers van Veiligheid en Justitie en Buitenlandse Zaken

28 april 2015

  1.  Bent u bekend met het bericht ‘Omstreden sjeik naar conferentie in Eindhoven’?
  2. Klopt het dat deze omstreden sjeik zal spreken op een conferentie in Eindhoven? Zo ja, bent u bereid uw mogelijkheden te benutten om dit te voorkomen, zoals in vergelijkbare situaties ook is gebeurd?
  3. Hoe komt het dat deze spreker toegang tot Nederland verkrijgt, terwijl hij eerder door Frankrijk is geweigerd?
  4. Kunt u aangeven of, en zo ja, hoe vaak Nederland de afgelopen jaren burgers van de Europese Unie de toegang heeft geweigerd omdat zij een actuele, werkelijke en voldoende ernstige bedreiging vormden voor een fundamenteel belang van de samenleving? En in hoeveel gevallen was sprake van het intrekken van een verblijfsvergunning vanwege de openbare orde of (internationale) veiligheid?
  5. In hoeverre kan Nederland een visum dat verstrekt is door een ander Schengenland  intrekken indien de betreffende persoon een gevaar vormt voor de openbare orde, nationale veiligheid of internationale veiligheid? Welke criteria bepalen of Nederland direct een visum kan intrekken dan wel dat eerst het betreffende land dient te worden geïnformeerd?
  6. Kan Nederland een verblijfsvergunning die is verstrekt door een andere lidstaat van de Europese Unie intrekken indien de betreffende persoon een gevaar vormt voor de openbare orde, nationale veiligheid of internationale veiligheid? Zo ja, welke bepalingen voorzien in deze mogelijkheid? Zo nee, waarom is een met de visumregeling vergelijkbare procedure niet mogelijk?
  7. Kunt u uiteenzetten waarom  de formuleringen ten aanzien van de openbare orde en veiligheid in de Europese regelingen en de Vreemdelingenwet en het Vreemdelingenbesluit uiteenlopen en hoe deze bepalingen zich tot elkaar verhouden? Hebben nationaalrechtelijke en Europeesrechtelijke bepalingen met gelijkluidende formuleringen in ieder geval hetzelfde bereik en dezelfde strekking?
  8. In hoeverre is de inhoudelijke toetsing wat betreft de openbare orde en veiligheid voor  visumhouders of houders van een verblijfsvergunning lichter dan de toetsing voor EU-burgers?