19 december 2022

Kamervragen over ammoniakemissie

Zien we ammoniak over het hoofd? Wetenschappers denken van wel. In Natura Communications schrijven ze dat de ammoniakuitstoot bij verbrandingsprocessen in de energiesector, verkeer en industrie onderschat wordt. Voor Europa gaan zij uit van een bijdrage van 44% (25 – 63%). De huidige cijfers van het CBS voor Nederland laten een heel ander beeld zien: 87% van de ammoniakemissie zou uit de landbouw komen en 13% uit de andere sectoren. Maar, is dat wel de correcte verhouding gelet op de nieuwe analyse? Als de verhouding anders ligt, heeft dat consequenties voor de stikstofaanpak. De SGP vraagt opheldering.

Lees hier de schriftelijke vragen van SGP-Kamerlid Roelof Bisschop aan minister Van de Wal voor Natuur en Stikstof en staatssecretaris Heijnen van Infrastructuur en Waterstaat over de ammoniakuitstoot van bronnen buiten de landbouw.

  1. Heeft u kennisgenomen van de uitkomst van wetenschappelijk onderzoek naar de relatieve bijdrage van de ammoniakemissie bij verbrandingsprocessen?
  2. Hoe waardeert u de conclusie dat ook in Europa de ammoniakemissie bij verbrandingsprocessen onderschat wordt?
  3. Hoe verhoudt de volgens wetenschappers relatieve bijdrage van ammoniakemissie uit verbrandingsprocessen van ongeveer 44% ten opzichte van de totale ammoniakemissie in Europa zich tot de relatieve bijdrage van 13% (2021) zoals die voor Nederland door het CBS is vastgesteld?
  4. Deelt u de inschatting dat ook voor Nederland mogelijk sprake is van onderschatting van de ammoniakemissie uit verbrandingsprocessen en van de relatieve bijdrage ten opzichte van ammoniakemissies uit de landbouw?
  5. Bent u voornemens het RIVM te vragen de huidige emissiefactoren van bronnen buiten de landbouw te spiegelen aan de resultaten van en de analyse in het genoemde onderzoek en de Kamer hierover te informeren?
  6. Deelt u de mening dat een zo accuraat mogelijke inschatting van ammoniakemissies belangrijk is voor een effectieve stikstofaanpak?
  7. Is het mogelijk dat een onderschatting van de ammoniakemissie bij verbrandingsprocessen en een overschatting van de relatieve bijdrage van ammoniakemissies uit landbouwbronnen mede een verklaring is van de modelmatige onderschatting van de ammoniakconcentraties in de westelijke kustgebieden en de modelmatige overschatting van de ammoniakconcentraties in oostelijke gebieden (zonder correctie op basis van ruimtelijke kalibratie)?