12 september 2025

Kamervragen over echtscheiding en de gevolgen voor kinderen

Uit onderzoek van EenVandaag en Villa Pinedo blijkt dat 2 op de 3 kinderen met gescheiden ouders daar jaren later nog steeds gevolgen van ondervinden. De SGP vraagt al lange tijd aandacht voor het belang van stabiele relaties.

"De overheid probeert op allerlei manieren gedrag van mensen te beïnvloeden en te sturen, maar zodra het op echtscheidingen aankomt, kijken we ineens de andere kant op. Dat is onverantwoord. De maatschappelijke gevolgen zijn enorm. Kinderen zijn erg kwetsbaar. We moeten op z'n minst met elkaar kijken naar de mogelijkheden om te investeren in stabiele relaties en goede huwelijken," aldus SGP-voorman Chris Stoffer.

Lees hieronder de schriftelijke Kamervragen van Chris Stoffer aan de staatssecretaris Jeugd, Preventie en Sport en de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid:

  1. Bent u bekend met het onderzoek van EenVandaag en Villa Pinedo naar de gevolgen van scheidingen op kinderen?
  2. Wat is uw reflectie op de conclusie dat 2 op 3 kinderen met gescheiden ouders in hun volwassen leven nog de gevolgen merken van de scheiding?
  3. Kunt u een inschatting maken hoe groot het maatschappelijke probleem is dat door scheidingen wordt veroorzaakt? Kunt u aangeven wat de meest recente cijfers zijn over het aantal kinderen dat jaarlijks te maken krijgt met een scheiding? Hoe groot is de groep mensen van wie de ouders ooit gescheiden zijn? 
  4. Deelt u de mening dat, mede gelet op de onderzoeksresultaten, het huidige beleid onvoldoende werkt om scheidingen en gevolgen daarvan tegen te gaan? 
  5. Kunt u aangeven wat de actuele cijfers zijn als het gaat om de relatie tussen scheidingen en jeugdhulpgebruik en scheidingen en de vraag naar ggz?
  6. Gelet op de schade die door scheidingen wordt aanricht, deelt u de opvatting dat de overheid de ambitie zou moeten hebben om het aantal scheidingen in Nederland te verminderen?
  7. Bent u bereid om het kabinetsbeleid méér te richten op het versterken van relaties en huwelijken en het voorkómen van scheidingen, en niet slechts het beperken van de schadelijke effecten van (complexe) scheidingen?
  8. Deelt u de mening van de SGP dat de overheid de toegankelijkheid van relatie- en gezinstherapie zou kunnen vergroten, bijvoorbeeld door ervoor te zorgen dat de kosten hiervan gedeeltelijk of geheel vergoed worden? 
  9. Wat is de stand van zaken van het wetenschappelijk onderzoek naar de (kosten)effectiviteit van relatie- en gezinstherapie? (Motie Diederik van Dijk, Kamerstuk 25424, nr. 718)
  10. Bestaat er een ondersteuningsaanbod voor mensen die als kind een scheiding meemaakten, daar nooit hulp bij kregen en op latere leeftijd nog steeds met de gevolgen ervan te maken hebben? Zo nee, bent u bereid om te onderzoeken in hoeverre er behoefte bestaat aan een dergelijk hulpaanbod?
  11. Kunt u aangeven op welke wijze het kabinet expertise en ervaring rondom scheiden door het land verspreid? Hoe kunnen bijvoorbeeld zorgprofessionals en leerkrachten beter toegerust worden om kinderen met gescheiden ouders te ondersteunen?
  12. Kunt u aangeven wat de lessen zijn uit de proeftuinen gericht op de aanpak van complexe scheidingen in het kader van het Toekomstscenario kind- en gezinsbescherming? Hoe is hier inmiddels een gevolg aan gegeven?