23 oktober 2024

Non-binair wetboek onwenselijk

De Commissie Justitie en Veiligheid debatteerde op woensdag 23 oktober over civielrechtelijke onderwerpen. Namens de SGP was Kamerlid André Flach aanwezig, zijn bijdrage aan het debat is hieronder te lezen.

Genderspecifieke termen Burgerlijk Wetboek
‘Mater semper certa’  Dit aloude uitgangspunt ligt ook in ons Burgerlijk Wetboek verankerd, de moeder is altijd bekend. In de Kamerbrief van de voorganger van deze staatssecretaris lees ik dat het kabinet welwillend staat tegenover non-binaire aanduidingen in het Burgerlijk Wetboek. Voor de SGP is dit een onwenselijke koers. Niet in het minste geval omdat in dezelfde brief wordt aangekondigd dat het kabinet met de wijziging van de transgenderwet aan de meeste wensen tegemoet wil komen. Nu het nieuwe kabinet niet aan de wens van de Kamer tegemoetkomt om deze wet op de valbijllijst te plaatsen

  • vraag ik de staatssecretaris of hij voornemens is om deze wet, in lijn met de wens van een Kamermeerderheid , niet verder te behandelen. Het is opvallend dat het kabinet later terug lijkt te komen op deze ingezette koers wanneer zij zelf vaststelt dat de inzet voor sekseneutrale aanduidingen eigenlijk is doorgeschoten in een ideologische genderneutrale benadering.
  • Welke lessen trekt de staatssecretaris hieruit en is hij bereid ervoor te waken dat we opnieuw doorschieten in een ideologische genderneutrale benadering? De minister van Binnenlandse Zaken gaf eerder aan dat zij niet voornemens is om de BRP op dit punt te wijzigen.
  • Wat betekent dit voor de voorgenomen wijzigingen in het afstammingsrecht zoals opgenomen in de wet draagmoederschap die door het vorige kabinet is ingediend? 
  • De staatssecretaris komt nog terug op de vraag of wijziging van de term ‘moeder’ in ‘ouder’ problemen oplevert in het internationale verkeer. Kan hij wel vast bevestigen dat hij vasthoudt aan het uitgangspunt dat we op de geboorteakte de moeder blijven vermelden?

Representativiteitsvereiste en collectieve acties
De mogelijkheden die de WAMCA biedt lijken eindeloos. Ik ben blij dat de staatssecretaris het representativiteitsvereiste tegen het licht houdt. We wachten de uitkomsten van het onderzoek af. Wat de SGP betreft heb je voor collectieve acties een aanmerkelijk belang nodig, zolang je dat niet kunt aantonen ben je niet voldoende representatief.

Een ander fenomeen binnen de WAMCA zet de Nederlandse claimcultuur op het spel. Buitenlandse investeerders zien een verdienmodel in de massaschadeclaims, die in de miljarden kunnen lopen. In het WODC rapport over collectieve acties lees ik dat er nog onvoldoende geregeld is om op te kunnen treden tegen dit soort processen.

  • Deelt de staatssecretaris de zorgen van de SGP dat financiering van massaschadeclaims door buitenlandse investeerders met zich meebrengt dat een publiek goed, de rechtspraak, wordt getransformeerd tot een verhandelbaar goed, aangezien de waarde ervan wordt teruggebracht tot de hoeveelheid geld waarvoor het wordt verkocht?
  • En is de staatssecretaris bereid om maatregelen te treffen tegen deze onwenselijke buitenlandse beïnvloeding van onze rechtspraktijk?

Misbruik van rechtspersonen
De wet controle op rechtspersonen heeft tot doel om met behulp van doorlopend toezicht misbruik van rechtspersonen te voorkomen en bestrijden.
In de praktijk zien we steeds meer voorbeelden van organisaties zoals XR die het demonstratierecht misbruiken, maar onder een andere ANBI-stichting nota bene, inkomsten weten te vergaren. Daarnaast zijn er steeds meer organisaties die niet geheimzinnig doen over hun banden met Hezbollah of het Iraanse regime.

  • Is de staatssecretaris bereid om deze organisaties ook onder de wet controle op rechtspersonen te laten vallen om te voorkomen dat rechtspersonen misbruikt worden voor ordeverstorende acties?
  • Kan inzet van controle op rechtspersonen bijdragen aan een sneller verbod op de rechtspersoon conform artikel 2:20 BW?