7 juli 2022

'Onterechte greep naar machtsmiddel'

"Staatsrechtelijk onjuist, bestuurlijk onhandig en bovendien slecht voor het vertrouwen in de politiek," dat is het oordeel van SGP-Kamerlid Chris Stoffer over de manier waarop de regering heeft gegrepen naar de Noodwet verplaatsing bevolking. Lees of bekijk hier zijn bijdrage aan het debat. 


Het heeft mijn fractie verbaasd dat het kabinet het nodig vond het staatsnoodrecht in te zetten voor de opvang van Oekraïense vluchtelingen. Op 1 april zijn de artikelen 2c en 4 van de Wet verplaatsing bevolking in werking gesteld. Burgemeesters kregen daarmee de wettelijke taak zorg te dragen voor de opvang van Oekraïense vluchtelingen. Dat we goed voor mensen in nood moeten zorgen, staat voor de SGP als een paal boven water. Het draagvlak voor opvang was en is groot. De opvang verliep dan ook vrijwel probleemloos. Gemeenten, gezinnen en kerken, ze zetten allemaal hun deuren en harten open. Veel waardering daarvoor!

Eind maart waren daardoor in ons land 31.820 bedden beschikbaar voor gevluchte Oekraïners. Ruim 10.000 waren niet eens bezet op dat moment. Niemand hoefde in de vrieskou te slapen. Van onmenselijke toestanden was geen sprake. Waarom toch naar dit machtsmiddel gegrepen? In de schriftelijke ronde hebben wij daarom ook een heel aantal vragen gesteld. Maar ook na de beantwoording blijven wij nog met veel vraagtekens achter. Dat de minister op ons voornaamste punt zelfs totaal niet ingaat, is veelzeggend. De wet Verplaatsing bevolking is namelijk helemaal niet voor deze omstandigheden bedoeld.

Wet verplaatsing bevolking
Over wat voor wet hebben we het eigenlijk? De wet Verplaatsing bevolking werd in het leven geroepen om de eigen bevolking te evacueren. Volgens de wetgever is deze bedoeld ‘voor het geval van oorlog, oorlogsgevaar, daaraan verwante of daarmede verband houdende buitengewone omstandigheden’. De wet kan worden gebruikt voor ‘de verplaatsing van bevolking in het belang van haar veiligheid, van de instandhouding van het maatschappelijk leven of van de uitoefening van de taak van de krijgsmacht’.

Ook de behandeling in het parlement maakt duidelijk dat de wet uitdrukkelijk ziet op een oorlog of acute noodsituatie. Hoewel de opvang van Oekraïense vluchtelingen een gevolg is van oorlog, is binnen onze landsgrenzen daarvan gelukkig geen sprake. Er staan geen vijandige tanks aan onze landsgrens, en onze dijken staan ook niet op doorbreken. De minister voert aan dat de wetgever expliciet heeft gewezen op het gebruik van de Wet verplaatsing bevolking in geval van een grote instroom van vluchtelingen. Alleen staat ook dat in het kader van de doelstelling van de wet. Dus: in geval van oorlog of noodsituatie.

De enige conclusie die moet worden getrokken: de Wet verplaatsing bevolking is nu dus niet van toepassing.

  • Ik hoor graag een reflectie van de minister op de achtergrond en de doelstelling van deze wet.
  • Deelt zij de conclusie dat inzet van deze wet beperkt moet blijven tot situaties van oorlog of acute nood, en dat daar nu geen sprake van is?
  • Welke alternatieven heeft het kabinet overwogen en waarom is daar niet voor gekozen?

Dwangmaatregelen
Waarom maak ik hier een punt van? We moeten zorgvuldig omgaan met wetgeving. Zeker wanneer wetgeving een forse inbreuk kan maken op wezenlijke basisvrijheden. De Wet verplaatsing bevolking maakt dwang mogelijk.

Het kabinet ziet daar weliswaar nu nog geen aanleiding toe en er zou opnieuw een Voortduringswet voor nodig zijn, maar op termijn behoren dwangmaatregelen weldegelijk tot de mogelijkheden. De burgemeester zou inwoners kunnen dwingen zich te verplaatsen of te vertrekken. Een kantoorpand of woonhuis zou in beslag genomen kunnen worden. Nu akkoord gaan met de inzet van deze wet, brengt inzet van dergelijke dwangmaatregelen dichterbij. Dat moeten we niet willen.

  • Om die reden vraag ik de minister nogmaals om een escalatieladder voor de inzet van deze wet.
  • Wanneer en onder welke voorwaarden behoort dwang tot de mogelijkheden volgens haar?

Onderscheid met reguliere asielzoekers
De redenatie van het kabinet gaat op meer punten mank. De minister lijkt namelijk niet goed te kunnen onderbouwen waarom de wet wel kan worden ingezet voor Oekraïense vluchtelingen en niet voor reguliere asielzoekers. In de schriftelijke ronde werd door de ChristenUnie terecht gevraagd waarom de Wvb niet bij eerdere asielcrises is ingezet.

De regering antwoordt dat ‘de huidige, zeer plotselinge toestroom van Oekraïense vluchtelingen zodanig groot is dat met de bestaande structuren niet in de benodigde opvang kon worden voorzien’.

  • Was daar in 2015/2016 bij de vorige asielcrisis dan geen sprake van, vraag ik de minister.

Het water stond het COA toen ook tot over de lippen. En nog steeds is de opvang van asielzoekers totaal niet op orde. Dat is het grote onderliggende probleem, wat hiermee aan het oppervlak komt. Nu instemmen met de inzet van deze wet zonder onderbouwing waarom dit wel voor Oekraïners en niet voor de opvang van asielzoekers zou gelden, brengt ook dwang bij de opvang van reguliere asielzoekers dichterbij. De SGP vindt dat riskant. Laten we in blijven zetten op het bouwen van draagvlak in plaats van dat eigenhandig af te breken.

Taak burgemeesters
Wat opvalt is ook dat de argumentatie van de minister gewijzigd is. Bij activering van de Wvb werd er voornamelijk op gewezen dat er ‘voldoende’ opvangplekken moesten worden gerealiseerd voor het zeer grote aantal vluchtelingen. Terwijl er dus nog 10.000 lege bedden klaar stonden. Inmiddels lijkt de regering in te zien dat dat argument onvoldoende steek houdt. In de nota naar aanleiding van het verslag wordt daarom vooral benadrukt dat de opvang en verzorging van ontheemden een wettelijke grondslag moest krijgen. Dat maakte mijn verbazing alleen maar groter: daar is het staatsnoodrecht toch niet voor bedoeld? We hebben het toch nog steeds over de Wet Verplaatsing bevolking en niet over de Wet Opvang en verzorging vluchtelingen? Graag een reactie.

Ook het Nederlands Genootschap van Burgemeesters en de VNG is kritisch over de inzet van deze wet. Burgemeesters werden uitvoeringsloket van de landelijke overheid, die door middel van regels bepaalt wat de burgemeester moet doen. Door deze zet kwamen ook gemeenteraden buitenspel te staan, zodat zij hun rol als democratisch controleur niet meer konden waarmaken. De regering geeft aan dat deze taak tijdelijk bij burgemeesters is belegd.

  • Maar hoe lang is tijdelijk?
  • Er is nu een bestuurlijk afsprakenkader met gemeenten, maar het kabinet houdt nog wel vast aan noodrecht. Waarom is alleen dit kader onvoldoende?

Er wordt gewerkt aan een tijdelijke wet die deze Voortduringswet moet vervangen.

  • Kan de minister in elk geval toezeggen dat de democratische controle daarin de ruimte krijgt, zodat gemeenteraden niet langer buitenspel staan?

Staatsnoodrecht
Het kabinet lijkt tegenwoordig steeds gemakkelijker naar crisismaatregelen te grijpen. Deze wet werd geactiveerd per Koninklijk Besluit. Het parlement werd gepasseerd. Mijn fractie heeft hier grote moeite mee. Het klopt dat de Wvb de mogelijkheid biedt per direct maatregelen te treffen, zonder dat de Kamer zich daarover heeft uitgesproken. Dat is logisch in scenario’s als die waar de wet voor is bedoeld: acute nood. Dan moet er direct gehandeld worden. Zoals gezegd was daar geen sprake van. Inmiddels staat de Kamer voor een voldongen feit, en kunnen wij ons alleen nog uitspreken over deze Voortduringswet.

De ambtenaren gaven aan dat voorafgaande sondering met het parlement gewenst was, zoals bijvoorbeeld bij de avondklok wel is gebeurd. Maar het kabinet koos ervoor het parlement te omzeilen.

  • Waarom, vraag ik de regering.
  • Hoe wordt teruggekeken op de gang van zaken bij deze Voortduringswet, en welke lessen trekt het kabinet?

Conclusie
Allesoverziend vindt mijn fractie de inzet van de Wet verplaatsing bevolking staatsrechtelijk onjuist, politiek-bestuurlijk onhandig en uiteindelijk vooral schadelijk voor het vertrouwen van burgers in de overheid.