19 januari 2021

Hoe nu verder? | Bijdrage debat Toeslagenaffaire

Lees of bekijk hier de bijdrage van SGP-Kamerlid Kees van der Staaij aan het debat over de toeslagenaffaire. 

Onvermijdelijk en begrijpelijk. Die twee woorden kwamen bij mij boven toen het nieuws over de ontslagaanvraag van het kabinet naar buiten kwam. De afgelopen maanden en jaren is het beeld van de toeslagenaffaire steeds scherper geworden. Het rapport van de parlementaire ondervragingscommissie heeft hier een belangrijke rol in gespeeld, waarvoor de SGP haar waardering en dank uitspreekt aan de leden van die commissie. 

En ik wil hier ook graag collega’s Leijten en Omtzigt noemen, die zich hiervoor op een bijzondere wijze hebben ingezet. Naarmate we steeds meer konden inzoomen, werd het beeld steeds onthutsender. De informatiehuishouding en informatievoorziening van de overheid was niet op orde. De beginselen van de rechtsstaat zijn geschonden. En vooral: de menselijke maat is totaal uit het oog verloren.

Gedupeerden
Als ik spreek over de ‘Toeslagenaffaire’, denk ik allereerst aan de harde realiteit van de ouders en kinderen die jarenlang moesten, en nog steeds moeten leven met diepe wonden. We kennen allemaal de schrijnende verhalen van ouders die te maken hebben met enorme geldproblemen en, niet minder erg, spanningen in gezinnen en huwelijken. De verdrietige verhalen over kinderen die te maken hebben met stress en andere problemen. Verhalen over gezinnen die zwaar geleden hebben onder jarenlang ongekend onrecht. Littekens zullen, vrees ik, wel blijven. Maar het is onze dure plicht alles op alles te zetten om recht te doen aan al die gezinnen, zodat zij dit nare hoofdstuk zo veel als mogelijk kunnen afsluiten.

Tegemoetkoming
Net voor Kerst is al het voorstel gedaan om alle ouders 30.000 euro te geven, een mooi gebaar. Maar voorzitter, keer op keer is tegen de Kamer gezegd: een vast bedrag uitkeren aan alle ouders kan niet. Dat geld gaat direct naar schuldeisers. Moties op dit punt zijn ontraden omdat het onuitvoerbaar is.
Waarom is steeds aan de Kamer gemeld dat het niet kan en niet uitvoerbaar is, terwijl het nu wel blijkt te kunnen? Vorige week dook het bericht op dat de Belastingdienst vooraan in de rij leek te staan om openstaande schulden te innen. Gisteravond is daar met een brief meer duidelijkheid over gekomen. Kan de staatssecretaris garanderen dat de ouders na het krijgen van de tegemoetkoming en de vereffening van schulden ook écht met een schone lei kunnen beginnen?

Informatievoorziening
Cruciaal is dat de informatievoorziening aan de Kamer en de informatiehuishouding binnen de overheid verbeterd wordt. Het kabinet is voornemens om hier grote stappen in te zetten, en wil bijvoorbeeld veel meer stukken gaan delen met de Kamer. 

  • Het klinkt aantrekkelijk om radicaal voor volledige transparantie te kiezen, maar geeft het kabinet zich ook rekenschap van de risico’s van deze koers?
  • Hoe voorkomt het kabinet dat er een soort schimmig schaduwcircuit van mondelinge overlevering op de ministeries ontstaat? 

Het risico bestaat dat de openbare stukken steeds meer een schijnwereld gaan vertonen waarin de overwegingen die ertoe doen uit vrees voor openbaarheid buiten beeld verdwijnen.

  • Kan dit ook voor de informatievoorziening richting de Kamer een verschraling betekenen?  
  • En wat betekent het voor de werkwijze van ambtenaren als elke bijdrage in het kader van een Kamerbrief openbaar wordt?
  • Het kabinet gaat ook veel meer stukken delen. Hoe voorkomt het kabinet een stortvloed aan informatie waardoor het zicht op de werkelijkheid wordt belemmerd?

Het kabinet wil ook dichter op de uitvoering gaan zitten door frequent casusoverleg over de brede linie van organisatie.

  • Hoe verhoudt dit zich tot de positie van zelfstandige bestuursorganen?
  • Is ook hier heroverweging nodig?

Ik vind het overigens positief dat het kabinet de wens heeft om de Belastingdienst en de overheid letterlijk dichterbij de burger te brengen, bijvoorbeeld door meer loketten te openen. Zodat mensen weer vaker iemand van vlees en bloed kunnen spreken. Mijn fractiegenoot Stoffer heeft daar ook al vaak om gevraagd.

Aanpassing WOB
Het kabinet wil vaker ‘persoonlijke beleidsopvattingen’ uit stukken die opgesteld zijn voor intern beraad openbaar maken. Maar deze mogelijkheid bestond natuurlijk feitelijk al, op grond van artikel 11 lid 2 van de Wet Openbaarheid Bestuur. Waarom is er niet vaker van deze mogelijkheid gebruik gemaakt? En welke invloed heeft de verruiming voor ambtenaren? Het kabinet wil meer maatwerk in het (bijzondere) bestuursrecht en wil de wetgeving gaan aanpassen.

  • Deelt het kabinet de inschatting dat de Algemene wet bestuursrecht op zichzelf voldoende ruimte biedt voor maatwerk?
  • Is het niet vooral een cultuurprobleem en hoe gaan we dat aanpakken?

Laten we voorkomen dat nieuwe teleurstelling ontstaat doordat we teveel de suggestie van maatwerk wekken. Kiest het kabinet vooral voor de route om bij concrete knelpunten wetgeving aan te pakken?

Invoeringstoets / rol Kamer
Het kabinet wil voortaan nieuwe wet- en regelgeving een jaar na invoering toetsen, de zogenaamde ‘invoeringstoets’. Volgens mij moet ook de Kamer hier een belangrijke rol in spelen. Bijvoorbeeld door het houden van hoorzittingen en rondetafelgesprekken, waarbij de Kamer zelf het initiatief neemt om wetgeving te evalueren en te toetsen.

  • Ziet en erkent de minister-president die rol voor de Kamer ook?

Ik betrek hier ook graag het ongevraagd advies van de Raad van State van juni vorig jaar bij, die de vinger legt bij het soms haperende samenspel tussen kabinet en Kamer. Ik roep kabinet en Kamer op om ook de aanbevelingen die zij doen voortvarend op te pakken. Ook in het verruimen van contacten tussen ambtenaren en Kamerleden. Is het kabinet daartoe bereid?

Rol Kamer
Bij de toeslagenaffaire zijn er veel verantwoordelijken. Het gevaar is dan dat er uiteindelijk niemand verantwoordelijk is. Maar ook de Tweede Kamer is duidelijk tekortgeschoten. Het kabinet heeft haar verantwoordelijkheid genomen door af te treden. Maar ook de Kamer moet de hand in eigen boezem steken. In de heersende hang naar duidelijkheid en daadkracht, is de menselijke maat uit het oog verloren. En natuurlijk, fraudebestrijding moet geen taboe worden. Fraudejacht wel. Dat moet een les zijn om als parlement veel meer alert te zijn op de mogelijk schadelijke gevolgen die wetten kunnen hebben in de praktijk van het leven. Meer menselijke maat, meer oog voor de uitvoering, meer aandacht voor gevolgen van onze keuzes is hard nodig.Niet alleen bij toeslagen, maar ook in andere dossiers.

Bescheiden overheid
Ten slotte, het toeslagendrama laat ook zien dat de samenleving niet maakbaar is. We kunnen niet alles van de overheid verwachten. De Kamer kan niet alles met regels en wetten dichtregelen. Wat meer vertrouwen, een gepaste bescheidenheid en een kritische zelfreflectie kunnen in combinatie met elkaar veel goed doen. Vertrouwen is niet iets wat je kunt dicteren.
Vertrouwen is wél iets wat je stukje bij beetje kunt winnen. Daarvoor moet je geloofwaardig zijn. Dat kan door een vaste koers te varen. Dat kan óók door geen dingen te beloven die niet waargemaakt kunnen worden. Vertrouwen ontstaat verder door open en integer te zijn. Daar zijn daden voor nodig die de gesproken woorden onderstrepen. Voor die opgave staat u als regering én wij als parlement.