16 februari 2021

Schriftelijke vragen over opkomend salafisme in Nederland

Lees hier de schriftelijke vragen van SGP-Kamerlid Chris Stoffer over het bericht dat president Erdogan een grote rol speelt in opkomst salafisme in Nederland.

  1. Hebt u kennisgenomen van het bericht ‘Geheime ‘Turkije analyse’ NCTV lekt uit: grote rol Erdogan bij opkomst salafisme in Nederland’?
  2. Wat vindt u van de analyse van de Nationaal Coördinator Terrorisme en Veiligheid (NCTV) dat de Turkse president Erdogan een bewuste islamiseringsstrategie in Nederland uitvoert en ruimte geeft aan salafistische soms jihadistische organisaties? En hoe beoordeelt u de gevolgen hiervan, zoals de nota die beschrijft, onder meer dat ‘antiwesterse religieuze boodschappen en activiteiten, die president Erdogan regelmatig ventileert’ kunnen leiden tot ‘haat zaaien onder bepaalde groepen Turkse Nederlanders’ en ‘ervoor zorgen dat zij zich van de Nederlandse maatschappij en het democratische systeem afkeren’?
  3. Hoe beoordeelt u de analyse van de NCTV dat de Turkse gemeenschap in Nederland ‘kwetsbaar’ is voor ‘beïnvloeding vanuit Turkije’?
  4. Hoe beoordeelt u het dat verschillende factoren in Europa, onder andere in Nederland, ‘geleidelijk een gewijzigd islamitisch landschap hebben gecreëerd binnen de Turkse gemeenschappen’?
  5. Deelt u de mening dat dit onwenselijk en volstrekt ontoelaatbaar is in een land als Nederland? Kunt u hierbij ook specifiek ingaan op de implicaties van deze vorm van Turkse beïnvloeding voor de nationale veiligheid van ons land, gezien het feit dat de NCTV een mogelijk verband ziet tussen de ‘antiwesterse retoriek’ van Erdogan en de terroristische aanslag van Gökmen T. op een tram in Utrecht in 2019, waarbij vier doden en zes gewonden vielen?
  6. Vindt u dat deze verontrustende constateringen moeten leiden tot een veel stevigere aanpak van deze ongewenste beïnvloeding, bijvoorbeeld door de buitenlandse financiering van moskeeën van uit onvrije landen te verbieden en de mogelijkheden en bevoegdheden om salafistische organisaties aan te pakken, te vergroten?
  7. Welke maatregelen neemt u om deze vorm van ongewenste beïnvloeding tegen te gaan, en de kwalijke invloed van de Turkse president op Turkse Nederlanders terug te dringen?
  8. Kunt u aangeven hoe u daarbij ook de inhoud van de aangenomen motie-Bisschop (Kamerstuk 2020-2021, 35228-25) over het uitbreiden van de bevoegdheden van de Taskforce Problematisch gedrag en ongewenste buitenlandse financiering gaat betrekken?
  9. Wat vindt u van het feit dat de zogeheten Kaplan-groep inmiddels opnieuw online-activiteiten in ons land ontplooit, waarbij het onder meer gaat om een persoon die in verband gebracht wordt met de man ‘die op 18 maart 2019 een aanslag pleegde in een tram in Utrecht’?
  10. Welke stappen onderneemt u tegen de (online) activiteiten van deze groep?