28 januari 2021

Schriftelijke vragen over uitspraken van Eurocommissaris Johansson

Lees hier de schriftelijke vragen van het SGP-Kamerlid Roelof Bisschop aan de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid en de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de uitspraken van Eurocommissaris Johansson dat Europa meer migranten nodig heeft.

  1. Heeft u kennisgenomen van de uitspraken van Eurocommissaris Johansson (Binnenlandse Zaken) in het Nederlands Dagblad van 28 januari jl.?
  2. Wat vindt u van haar uitspraak dat het aantal migranten dat van buiten de EU in Europa aan de slag gaat substantieel omhoog zou moeten, vanwege de demografische ontwikkelingen binnen Europa? En hoe beoordeelt u de gevolgen van deze uitspraken voor de Nederlandse situatie?
  3. Deelt u de analyse dat haar stellingname dat politieke leiders in de EU en daarbuiten als “drama queens en drama kings (…) bewust het debat over migratie vergiftigen” onterecht is en geenszins bijdraagt aan een evenwichtig debat over migratie binnen de EU?
  4. Hoe verhoudt deze uitspraak in de Nederlandse context zich tot de reeds toenemende migratiestroom en het pleidooi van emeritus-hoogleraar Latten om juist zorgvuldig na te denken over de bevolkingsgroei in Nederland en de rol van migratie daarin, waarbij niets doen volgens hem geen optie is ? Wat is de opvatting van de Nederlandse regering hierover?
  5. Hoe kijkt het kabinet daarbij aan tegen de verhouding van autochtone en niet-Westerse bevolking en de spanningen die een relatieve toename van het aandeel niet-Westerse allochtonen, bijvoorbeeld in de steden, met zich mee kan brengen?
  6. Vindt het kabinet dat het stellen van een bovengrens aan immigratie en het voeren van een jaarlijks debat over het aantal immigranten in Nederland in de migratiediscussie een belangrijke rol kan vervullen en derhalve wenselijk is, zoals de minister van Volksgezondheid vorig jaar opperde?
  7. Deelt u de mening dat bij grote personeelstekorten in de zorg en een vergrijzende samenleving het verhogen van de immigratie zeker niet de oplossing kan zijn?
  8. Bent u bereid op Europees niveau aan te geven dat dit soort uitspraken niet in lijn zijn met de Nederlandse visie op migratie binnen de EU, zeker gezien het feit dat de Nederlandse regering momenteel meeonderhandelt over een nieuw Europees migratiepact?
  9. In hoeverre bent u het eens met de stelling dat in een klein en dichtbevolkt land als Nederland de mogelijkheden om migranten op te vangen juist zeer beperkt zijn, en dat de toestroom van migranten derhalve juist beperkt moet worden? Welke consequenties verbindt u daaraan voor uw opstelling ten aanzien van een nieuw EU-migratiepact?
  10. In hoeverre bent u bereid zich namens de Nederlandse regering bij de onderhandelingen over een migratie- en asielpact binnen de Europese Unie in te zetten voor beperking van de (oorzaken van) migratie, voor opvang en asielaanvraag in de regio en een effectieve en strenge terugkeerregeling?