27 juni 2018

SGP wil inhoudelijk debat over afschaffen dividendbelasting

SGP-voorman Kees van der Staaij ziet uit naar het echte inhoudelijke debat over de afschaffing van de dividendbelasting. Al geeft hij wel aan dat het enthousiasme van de SGP voor deze maatregel niet echt is toegenomen. Lees hieronder zijn bijdrage aan het dividenddebat.

"Het klinkt misschien een beetje vreemd, maar ik heb echt zin in een stevig inhoudelijk debat over het plan van de regering om de dividendbelasting af te schaffen. Je zou zeggen: daar hebben ze het toch bijna elke week over? Nee, het gaat eigenlijk heel veel over de ruis eromheen en best weinig over de echte plannen, de achtergronden, de redenen, de vraag of het inderdaad een belangrijke maatregel is om het vestigingsklimaat in Nederland te versterken en de vraag of het geld het best kan worden aangewend voor dit doel of dat hetzelfde vestigingsklimaat op een andere manier beter kan worden gediend. Dat soort vragen zouden heel mooi aan de orde kunnen komen als er gewoon een wetsvoorstel was waarin dit plan vervat was, een memorie van toelichting waarin dat werd toegelicht, een schriftelijke vragenronde, een advies van de Raad van State en gewoon heel ouderwets een debat op grond van een goede inhoudelijke voorbereiding met daarna de vraag: ben je voor of tegen?

Dat debat, daar zien wij eigenlijk wel naar uit. Ondertussen hebben we het al heel veel gehad over die ruis eromheen. Er zijn allerlei moties geweest, procedurevoorstellen en ik weet allemaal niet meer wat. Elke keer weer nieuwe verrassingen. Dat is op zich boeiend, maar ik moet zeggen dat het ook wel als effect heeft gehad dat ons enthousiasme voor deze maatregel, dus het afschaffen van de dividendbelasting, niet echt is toegenomen. Dit is eigenlijk een compliment aan de oppositie, maar ik zou de minister-president geen recht doen als ik hem niet complimenteerde voor zijn aandeel hierin. Hij heeft namelijk door op verschillende momenten te zeggen: "Ja, het klopt toch niet helemaal wat ik heb gezegd" of "Het zat toch net even anders" eigenlijk zelf een beetje zijn best gedaan om te zeggen dat het allemaal misschien niet zo doortimmerd is als leek. Ik vraag mij eigenlijk af, mijnheer de minister-president, waarom u zo veel cadeautjes aan de oppositie tegen deze plannen geeft, tot nu toe. Wij schorten ons oordeel graag op tot we de daadwerkelijke beraadslagingen over dit onderwerp aan de orde hebben, later dit jaar.

In feite is de hoofdmoot van vanavond weer een andere kwestie dan de afschaffing van de dividendbelasting, namelijk of er door rulings, dus vaststellingsovereenkomsten, bepaalde voordelen aan multinationals zijn gegund die anderen niet toekomen, terwijl er een wet is waarin staat dat iedereen dividendbelasting moet betalen en of die toch niet zo is uitgelegd en toegepast dat bepaalde bedrijven nu al geen dividendbelasting meer hoeven te betalen. Dat is eigenlijk een andere vraag, maar ook een interessante kwestie die vandaag aan de orde is gekomen.

De avond begon met de vraag of we al die informatie niet openbaar moesten hebben alvorens het er pas goed over te kunnen hebben. Eerlijk gezegd vind ik dat de regering wel een terecht beroep doet op allerlei uitspraken en citaten, ook vanuit het verleden. Ik heb nog even de notities van toenmalig minister De Vries over de uitleg van artikel 68 van de Grondwet nageplozen. Die hebben we onder andere in januari 2002 in de Kamer besproken. Daarin staat: gegevens die typisch op individuele bedrijven betrekking hebben, kun je niet zomaar openbaar verstrekken. Daarom zou je aan vertrouwelijke informatieverstrekking kunnen denken. Dat is ook gebeurd in deze situatie. Vandaar ook dat wij het voorstel om alles openbaar te maken niet hebben gesteund. Collega Asscher bracht terecht dit punt naar voren en ook collega Klaver had natuurlijk een punt toen hij zei dat het geen absoluut verbod is en dat het altijd een belangenafweging blijft. Tussen alles en niets en tussen geheel vertrouwelijk en geheel openbaar zit natuurlijk altijd wel de vraag of onderdelen van deze discussie, bepaalde informatie, wel degelijk in de openbaarheid kan worden gebracht.

Ook voor de relevante uitleg van passages uit die Wet op de dividendbelasting over hoe je bepaalde wetsartikelen toepast, niet in deze individuele zaak maar meer in het algemeen, vind ik dat het ons als parlement welzeker mogelijk is om juist na die vertrouwelijke kennisneming het debat voort te zetten. Iedere partij staat het ook vrij om vast te stellen, gehoord ook wat er in de vertrouwelijke briefing is gewisseld, dat het voorstellen wil doen om die Wet op de dividendbelasting aan te scherpen. Dat lijkt mij een zinnig vervolg, dat wij ook na de vertrouwelijke briefing van vandaag kunnen hebben.

Ondertussen is er over de rulings ook al weer een meer algemeen debat aangekondigd, want ik heb begrepen dat we in het najaar ook van de staatssecretaris verdere informatie krijgen over die rulings. Voor mijn fractie is het van belang dat we aan de ene kant kunnen behouden dat er juist ook vooraf rechtszekerheid wordt geboden aan individuen, bedrijven en belanghebbenden in ingewikkelde zaken. "Zo wordt die wet uitgelegd in uw situatie. U hoeft dat niet af te wachten, want we willen dat nu al bekend maken." Dat kan op zich nuttig zijn, ook in het kader van een goed vestigingsklimaat, maar we willen aan de andere kant, ook door de geheimzinnigheid eromheen, wel voorkomen dat er voor bepaalde bedrijven inderdaad gunstigere regelingen bedongen kunnen worden dan voor andere. Met andere woorden, dat dus altijd verzekerd is dat er een integere toepassing van de wet aan de orde is.

In dat kader vraag ik ook nog aan de staatssecretaris hoe die praktijk tot nu toe was geregeld. Is dat vrij van politieke beïnvloeding? En is dat ook op gelijke voet voor alle bedrijven die hiervan gebruik willen maken?

Voor het overige wil ik het debat hier graag vervolgen wanneer we in het najaar die brief over de rulings hebben."