5 maart 2014

Steun voor gezinnen

Wijziging kindregelingen

Tussen het wetsvoorstel dat door de regering is ingediend en het voorstel dat we vandaag behandelen zit een wereld van verschil. Het oorspronkelijke voorstel zou gezinnen met schoolgaande kinderen als een zware steen op de maag liggen. Met drie kinderen zouden zij zo 2000 euro per jaar inleveren. De SGP is blij dat die dreiging door de begrotingsafspraken is afgewend. Juist gezinnen moeten we in tijd van crisis uit de wind houden. Op gezinnen moet je zuinig zijn, niet erop bezuinigen.

Het wetsvoorstel behoudt gelukkig ook het beste van twee werelden. Naast de bescherming van gezinnen wordt namelijk wel werk gemaakt van een vereenvoudiging van regelingen. Het eerlijke verhaal is dat we in de afgelopen jaren een oerwoud aan regelingen hebben gepland waarvan de effectiviteit en samenhang te wensen overlaat. De SGP vindt het noodzakelijk om hierin meer orde aan te brengen en alle regelingen kritisch te bekijken. Landelijke regelingen als de ouderschapsverlofkorting en de aftrek levensonderhoud kinderen zijn wat ons betreft niet nodig. Het is uiteraard wel van belang dat de invoering zorgvuldig gebeurt. De aftrek levensonderhoud kinderen werkt bijvoorbeeld door in de alimentatienormen. Heft de regering de Raad voor de rechtspraak hier ook expliciet op gewezen? In de nota naar aanleiding van het verslag wordt namelijk enkel gemeld dat deze wijzigingen normaliter worden verwerkt.

De SGP is blij dat de tegemoetkoming voor ouders met een gehandicapt kind behouden blijft. Wanneer we mantelzorg willen bevorderen is het een slecht idee om tegemoetkomingen die hier expliciet voor bedoeld zijn af te schaffen. Dat gaat gelukkig niet door. Het voorstel alleen voor alleenverdieners. De SGP vindt het logisch dat dit ook voor alleenstaande ouders geldt. Graag verneem ik een reactie op het amendement van CU en SGP op dit punt.

De behandeling van het wetsvoorstel laat duidelijk zien dat grote inkomenseffecten voor bepaalde groepen in het beleid gemakkelijk buiten de radar vallen. Het lijkt in eerste instantie logisch om alleen uit te gaan van gezinnen met een of twee kinderen. Het gevolg is wel dat honderdduizenden gezinnen met meer dan twee kinderen uit zicht blijven, terwijl daar grote inkomensklappen vallen.  En dat terwijl bij andere groepen regelmatig zorgen worden geuit over een achteruitgang van enkele tientjes. Graag verneem ik hoe de regering meer aandacht voor de effecten op alle gezinnen wil hebben.

Cijfers van de OESO en Eurostat laten zien dat Nederland onderaan de lijst bungelt als het gaat om uitgaven aan gezinnen. De regering weet op alle cijfers kritiek te leveren, bijvoorbeeld dat niet al onze regelingen in die cijfers zijn meegenomen. Dat is op zich een terecht punt, maar de SGP draait de rollen toch graag eens om. Kan de regering zelf eens in kaart brengen hoe Nederland het eraf brengt vergeleken bij landen om ons heen? En wat kunnen we leren van buren?

De aansluiting van de kinderbijslag op de studiefinanciering is voor bepaalde gezinnen gebrekkig. Kinderen die gaan studeren voor ze 18 zijn moeten bijvoorbeeld soms hoge reiskosten maken omdat ze pas een maand later studiefinanciering kunnen krijgen. Dat kan gemakkelijk anders en beter. De SGP pleit ervoor dat ouders en kinderen gezamenlijk kunnen besluiten om meteen bij aanvang van de studie studiefinanciering te krijgen in plaats van het laatste kwartaal kinderbijslag. Ziet de regering hiervoor mogelijkheden?

De SGP kan uiteraard niet anders dan een bijdrage over kindregelingen besluiten met de opmerking dat het merkwaardig is dat de kinderopvangtoeslag buiten schot blijft. Het gaat zelfs na bezuinigingen nog steeds om ongeveer drie miljard, waarvan de effectiviteit minimaal is. We zien uit naar een wetsvoorstel dat deze middelen eerlijker besteedt aan alle ouders.

Bezuinigingen die overeind blijven na begrotingsafspraken:
Ouderschapsverlofkorting                         90 mln
Aftrek levensonderhoud kinderen           210 mln