28 november 2024

Stoffer bij begroting OCW

De Tweede Kamer debatteerde op dinsdag 26 november over de begroting van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Namens de SGP sprak fractievoorzitter Chris Stoffer. Minister Bruins en staatssecretaris Paul waren namens het kabinet aanwezig.

Bevrijd de onderwijsdieren! Deze oproep was de titel van een rapport uit 2011 over artikel 23 van onze Grondwet. Op de voorkant van dit rapport ziet u een striptekening van een onderwijsfiguur in een getraliede kooi. Buiten staat een bewaker gewapend met sleutel en zweep. Het onderwijs zit op allerlei manieren in de knel. Dat merken we dit jaar ook op allerlei manieren.

Als we spreken over de begroting, kunnen we in de eerste plaats niet om de vrees voor het dreigende bezuinigingsjuk heen. Je raakt er weer van onder de indruk op hoeveel manieren het onderwijs van belang is voor de samenleving. De bezuinigingen raken op allerlei manieren het onderwijs zelf, de samenleving en ook onze economie. De SGP is daarom erg benieuwd welke mogelijkheden er zijn om de problemen te beperken. Laat ik gelijk aangeven dat wij de begroting niet zonder meer zullen steunen. Wij voelen sympathie voor onderdelen van amendementen die zijn ingediend door collega-partijen. Daarbij moet ik zeggen dat we ook enige zorgen hebben over de gevolgen van de dekkingen die we daarbij zien. Maar we zullen zien waar we uiteindelijk uitkomen.

Het begint ook ernstig te knellen bij artikel 23 van de Grondwet. De SGP constateert helaas dat dit kabinet het bont maakt, niet alleen in het bijzonder onderwijs en het openbaar onderwijs, maar inmiddels zelfs ver buiten het onderwijs zelf. Volgend jaar is het 160 jaar geleden dat de Nederlandsche Zondagsschool Vereeniging werd opgericht. De boodschap die sindsdien op al die zondagsscholen aan kinderen is meegegeven, is eenvoudig en heilzaam voor iedereen: God liefhebben boven alles en je naasten als jezelf. Er is daarom ook nog nooit een klacht geweest over haat, geweld of discriminatie. De behoefte om toezicht te houden is dan toch ook volstrekt uit de lucht gegrepen? Toch heeft het kabinet die merkwaardige behoefte. En die stopt niet bij zondagsscholen. De inspectie beschrijft helder hoever de overheid zich met het wetsvoorstel mengt in de vrije samenleving: activiteiten van de scouting, trainingen van milieuorganisaties, bijeenkomsten van sportclubs, politieke jongerenbijeenkomsten en ga zo maar door. Dit wetsvoorstel is eigenlijk een ondertoezichtstelling van al onze minderjarigen. Een regeling voor toezicht op de vrije samenleving roept niet alleen veel juridische bezwaren op, maar ook veel verontwaardiging bij gewone burgers. Kan de staatssecretaris zich voorstellen dat burgers zich onheus in de verdachtenbank gedrukt voelen? Waarom koos zij in de consultatie nog steeds niet voor een specifieke aanpak van problemen op basis van signalen van veiligheidsdiensten? De inspectie noemt het voorstel onuitvoerbaar en voor haar positie rechtsstatelijk kwetsbaar. Moet dat voor de staatssecretaris niet al voldoende zijn om meteen van deze rechtsstatelijke dwaalweg terug te keren?

Ook als het gaat om het godsdienstonderwijs op openbare scholen rammelt de onderbouwing. Het gaat hier om een grondwettelijk recht van ouders, naast de eigen verantwoordelijkheid van de openbare school. Beseft het kabinet dat hier meer aan de orde is dan alleen een subsidie?

Als het gaat om bevrijding van onderwijsmensen, wil ik hier ook een warm pleidooi houden voor vakmanschap. De SGP vindt het zorgelijk dat leraren steeds meer gekooid worden door meningen van mensen buiten het onderwijs, waaronder de politiek. Laat de volgende vreemde ontwikkelingen eens op u inwerken. In de afgelopen vijftien jaar werkten steeds meer mensen in het onderwijs, maar steeg het lerarentekort, groeide het geld, daalde het aantal leerlingen en behaalden zij slechtere resultaten. De schil van mensen die werken in het onderwijs maar geen lesgeven, groeit. Ze weten precies te vertellen hoe onderwijs moet werken, zelfs bewezen effectief, maar geven nooit les. We zouden een hoogleraar chirurgie toch niet serieus nemen als hij zelf niet weet wat snijden is? In het onderwijs vinden we dit soort situaties heel normaal. Het is geen uitzondering dat mensen leidinggeven, inspecteur zijn of zelfs leraren opleiden zonder zelf voor de klas te staan. Als we vakmanschap echt terug willen, kunnen we hier niet in berusten. Mijn concrete vraag is dan ook of de minister met de sector wil verkennen of er als richtlijn een minimumlesnorm kan komen, te beginnen voor leidinggevenden, inspecteurs en lerarenopleiders.

Scholen raakten door de jaren heen steeds meer verstrikt in een web aan regelgeving. De SGP vindt dat de Kamer daar de komende tijd veel kritischer naar moet kijken, bijvoorbeeld bij wetsvoorstellen. We blijven regels stapelen, maar schrappen bijna nooit. Ik noem in het kader van de begroting ook de subsidieregels. Denk bijvoorbeeld aan de subsidies van de Gezonde School voor lesmethoden over seksualiteit en relaties. Daarbij geldt niet alleen de verplichting om een erkende lesmethode te kiezen, maar moet er ook een coördinator worden aangesteld en verplicht scholing worden gevolgd via de GGD. Waarom geven we niet de vrijheid aan scholen om in directe afstemming met aanbieders van erkende methoden hun onderwijs uit te werken? Dit kan veel eenvoudiger. De SGP legt ook alvast de vinger bij de plannen voor de kleinescholentoeslag. Gaat het kabinet eerst uitvoerig onderzoeken en beschrijven wat de gevolgen voor alle regio's en richtingen zijn, voordat er wijzigingen komen?

De SGP wil twee specifieke punten maken over het hoger onderwijs. Allereerst spreek ik mijn zorgen uit over de talenstudies Duits en Frans. Verschillende opleidingen gaan omvallen, zonder dat we zicht hebben op wat we minimaal in Nederland willen behouden. Daarom heb ik een amendement ingediend om vanuit de sector een actieplan op te stellen voor het behoud en de versterking van deze studies. Wat betreft de pabo zullen we nog een inhoudelijk debat gaan voeren over de splitsing in het jonge en oude kind. De SGP hoort graag nu al van de minister of een experiment een nuttig middel kan zijn bij dit onderwerp. Dan kunnen we de praktijkervaring opdoen, zonder meteen een kwellend systeem op te tuigen.