18 november 2019

Van der Staaij over de problemen in de jeugdzorg

Er is problematiek rondom de jeugdzorg. Lees hier de bijdrage van SGP-fractievoorzitter Kees van der Staaij, die hij naar voren bracht tijdens het wetgevingsoverleg jeugd.

"Als gezinspartij gaan kwetsbare jongeren ons aan het hart. Jongeren en kinderen verdienen, zonder lang te wachten, de best mogelijke hulp die we kunnen bieden.

De conclusies van de inspecties jeugd en veiligheid zijn snoeihard en pijnlijk. De zorg voor jongeren die in hun ontwikkeling bedreigd worden, de ‘intensive care van de samenleving’, zoals de inspecties het omschrijven, staat onder grote druk.

De vraag is: hoe nu verder? De SGP steunt de inzet voor meer mensen en middelen. Maar dat lijkt niet genoeg. De ministers kondigen een wetswijziging aan, waarin woord ‘regio’ centraal zal staan. De SGP vindt de voorstellen nog behoorlijk mistig en ze creëren helaas ook onnodig mist. Het daadwerkelijk effect valt of staat bij de concrete uitwerking.

  • En waarom wordt het gepresenteerd als ‘een stelselwijziging’? Vrijwel overal wordt bij zware jeugdhulp al regionaal samengewerkt.
  • Wat voegt het codificeren van de bestaande praktijk toe?

Wat de SGP betreft moeten maatregelen gericht zijn op aanscherpingen binnen het huidige stelsel. Voor ons gevoel slaat de regering in het pleidooi voor een wetswijziging een stap over. We missen reflectie op de doelen van de Jeugdwet en hoe de voorstellen van het kabinet daaraan bijdragen.

De kabinetsbrief zegt dat dat de wettelijke jeugdhulpplicht ruim is geformuleerd. Dat is de halve werkelijkheid, denken wij. De hulpplicht is in de Jeugdwet juist bewust ook strikt geformuleerd: “voor zover de eigen mogelijkheden en het probleemoplossend vermogen ontoereikend zijn” (artikel 2.3).

Fundamenteel voor de Jeugdwet is dat de verantwoordelijkheid voor jeugdigen en opvoeding allereerst bij de ouders ligt. Gemeenten moeten uitgaan van eigen kracht en behoeften van jeugdigen, hun ouders en sociale netwerk. Zij kunnen op dit punt een steuntje in de rug gebruiken.

  • Waarom zien we op dit punt geen offensief van het kabinet?

Ik noem twee suggesties: onderzoek wijst het uit dat werken met mentoren een positieve en veelbelovende aanpak in de jeugdhulp, mits deze door alle betrokken partijen op waarde wordt geschat.

  • Ziet de minister hier ook de meerwaarde van in? Is hij bereid hier in méér dan zes jeugdzorgregio’s het gesprek over aan te gaan?

De stichting Eigen Kracht Centrale traint gezinnen en families om regie over hun leven te houden of te krijgen. Het krijgt bij gemeenten maar moeilijk een voet tussen de deur.

  • Hoe kan de minister de activiteiten van zo’n stichting versterken?

De inspecties bevestigen onze zorg over het ingewikkelde stelsel van Veilig Thuis, Raad voor de kinderbescherming en gecertificeerde instellingen, die vervolgens weer aan regietafels moeten onderhandelen met gemeenten. Ik zie met ongeduld uit naar de resultaten van de experimenten om de keten te verkorten.

  • Wil de minister de komende maanden ook benutten om eens te kijken naar voorbeelden uit het buitenland, zoals het Duitse Jugendamt?

De rol van de rechter is een gapend gat in de plannen van de ministers.
Die is in Nederland gemarginaliseerd en zelfs de uitspraken worden vaak niet uitgevoerd.

  • Hoe pakt het kabinet dit aan?

De inspecties wijzen erop dat de zwaarte van de problematiek is toegenomen door ‘veel complexe echtscheidingen’. Een gecertificeerde instelling schat dat bij 60 tot 80 procent van hun casussen sprake is van echtscheidingsproblemen. Daar wordt je even stil van… Het zou voor gemeenten en jeugdzorgregio’s topprioriteit moeten zijn om te investeren in stabiele en hechte gezinnen!

  • Is de minister bereid om te onderzoeken of hij programma’s voor opvoedingsondersteuning en relatieversterking stevig kan verankeren in gemeentelijk en regionaal beleid? (Net als de uitrol van 'Nu Niet Zwanger' bijvoorbeeld)