7 september 2022

Van der Staaij over dubbele achternamen

Lees hier de bijdrage van SGP-fractievoorzitter Kees van der Staaij over het wetsvoorstel over dubbele achternamen. Bekijk hieronder een fragment vanuit het debat.

Zou het echt zo zijn dat we momenteel een aristocratische lente beleven? Dat vroeg ik me af bij het voorbereiden van dit wetsvoorstel over het invoeren van een dubbele achternaam. Tot op heden werd het voeren van dubbele achternamen vooral geassocieerd met adel en elite. Het wetsvoorstel voert ons weer terug naar de sfeer van de negentiende eeuw. Verschillende landen gingen ons al voor, maar nu steekt deze aristocratische wind ook in Nederland op. Wie had dat kunnen denken, nog wel onder aanvoering van een partij die zich tooit met de naam Democraten 66?

Laten we nuchter zijn. Het samenvoegen van de achternamen van vader en moeder is ook in Nederland geen nieuwe situatie. Vanaf de negentiende eeuw zagen we al allerlei pogingen om een dubbele naam te krijgen, al dan niet binnen de kaders van de wet. Bekende voorbeelden zijn Domela Nieuwenhuis en Cort van der Linden. Toch kunnen we vaststellen dat dit nooit als ideaal is gezien. Het werd door de overheid zoveel mogelijk vermeden, onder meer in het belang van overzichtelijkheid. De Raad van State sprak eerder ook van het belang van het kind om niet een tamelijk willekeurig bepaalde dubbele naam te krijgen. Wil de regering hier eens wat uitgebreider op ingaan?

Is het wel zo wenselijk dat we niet bij uitzondering, maar als gevolg van een reguliere optie steeds vaker verschillen gaan krijgen tussen kinderen die een of meerdere achternamen hebben?

De SGP vreest dat we in een verrommeling van het naamrecht terecht kunnen komen die voor de identiteit van betrokkenen niet direct winst hoeft te zijn. Kan de minister bovendien aangeven of het blokkaderecht van kinderen ouder dan 12 jaar ook gaat gelden voor ouders die tegen de zin van het kind de achternaam willen uitbreiden?

De Kamer heeft aangegeven meer werk te willen maken van de toetsing van wetsvoorstellen, bijvoorbeeld of de onderbouwing voldoende draagkrachtig is. Dit wetsvoorstel laat zien dat er nog wel wat werk aan de winkel is. Is er nu echt veel meer grond voor dit wetsvoorstel dan een aangenomen motie? Het onderzoekje naar de mening van de Nederlander is erg summier. Pas bij de beantwoording stuurde de regering de resultaten naar de Kamer en dat betreft een documentje van slechts vier pagina’s. Nog opvallender is dat duidelijk naar een conclusie toegeschreven lijkt te worden.

Het onderzoek van Kantar laat zien dat de houdingen positief, neutraal en negatief elk een derde bedragen. Desondanks formuleert de regering als conclusie: twee derde van de bevolking is neutraal of positief over de mogelijkheid van een dubbele achternaam. Met evenveel recht had de conclusie ook kunnen luiden: twee derde is neutraal of negatief. Is dit niet erg opzichtig selectief? Het veel grootschaliger panel van Eenvandaag liet in 2018 overigens een duidelijk negatiever beeld zien dan Kantar.

De regels over de achternaam waren tot op heden nauwelijks een bron van keuzestress. Dat zou nu wel gaan veranderen. Wie een kind krijgt, zal naast de keuze van de voornaam, het uitzoeken van de wieg en andere attributen en de kleur van de muur ook de vraag stellen of hij een keuze uit de voorradige achternamen wil maken. Als het echtpaar allebei dubbele namen heeft, zijn behoorlijk wat opties denkbaar. Wordt het bijvoorbeeld Pietersen Langemeijer, Jansen Breedveld of toch Breedveld Pietersen? In de voorbereiding is ook verondersteld dat het mogelijk is het aantal namen juist te beperken door een enkele naam te kiezen, bijvoorbeeld alleen Pietersen. In de stukken zie ik het niet klip-en-klaar, maar kan de minister dat bevestigen?

De SGP heeft een vraag over de herkenbaarheid van de huidige dubbele achternamen. De regering geeft aan dat geen koppeltekens tussen de achternamen gebruikt worden, maar doet dat voldoende recht aan de bestaande dubbele achternamen? Het is bij een huwelijk van Korthals Altes met Jansen dan niet meer duidelijk of de oorspronkelijk naam Korthals Altes of Altes Jansen was. Zou hier een koppelteken niet gepast zijn?

Ik opende met de aristocratische lente. De SGP is echter reëel genoeg om in dit wetsvoorstel vooral een postmoderne geest te ontwaren. De wetgever wil regelen dat er in alles meer te kiezen valt, zelfs meer ouders en meer achternamen. Sommigen mompelen al voorzichtig van meer echtgenoten. Toch zien we in alles meteen de beperkingen van deze droom. Want waarom maar vier ouders of twee achternamen, is dat geen arbitraire betutteling? En is twee echtgenoten niet gewoon discriminatie? De SGP is er nog niet gerust op dat meer keuze ook tot meer geluk gaat leiden. Het bestaande is zo gek nog niet.