5 juli 2012

Veiligheid kost geld

Er is geen inhoudelijke reden om nu opeens de stekker uit het JSF-project te trekken. Financieel levert het vrijwel niets op. Wel is het slecht voor de luchtmacht en voor onze werkgelegenheid en innovatie.

Veiligheid

De SGP wil een doeltreffende krijgsmacht, die geheel bij de tijd is. Dat heeft alles te maken met de veiligheid van onze burgers. Een veiligheid die het soms noodzakelijk maakt om in verre oorden militair in te grijpen. Met een dergelijk leger nemen wij als rijk land ook enige verantwoordelijkheid voor het brengen van vrede in onrustige regio’s.

Bij een dergelijk leger hoort een adequate luchtmacht. Nederland heeft op dit punt internationaal een goede reputatie. In Afghanistan, maar ook in Bosnië liggen de bewijzen opgestapeld. Hoe vaak waren de F16’s geen reddende engelen? En wij weten dat de aanschaf van de F16’s destijds ook gepaard is gegaan met grote kostenoverschrijdingen en emotionele debatten. Ik denk echter dat niemand aan deze tafel zegt, dat wij achteraf deze F16’s niet hadden moeten aanschaffen. De aanschaf van dergelijke hoogwaardige, peperdure vliegtuigen is altijd een ingewikkeld proces.
Overigens: het totale budget voor de JSF wordt in drie weken gesoupeerd via onze zorguitgaven. Wat is veiligheid ons eigenlijk waard?

Ik vind het belangrijk om scherp te hebben, dat de aanschaf van bepaalde jachtvliegtuigen in nauw verband staat met de visie op de Nederlandse krijgsmacht. Als het leger primair moet worden ingezet voor het slaan van waterputten (zoals de PvdA suggereert), heb je geen ultramoderne jachtvliegtuigen nodig. Wil je echter kunnen meedraaien in het hoogste geweldspectrum, dan is er evident sprake van een ander vertrekpunt.

De SGP wil dus een adequate luchtmacht én wij willen een toestel dat maximale veiligheid en bescherming biedt aan onze piloten. Daarom hebben wij ook moeite met een steeds langer doorvliegen met de F16’s; het wordt steeds duurder, terwijl de vliegtuigen steeds verder gaan achterlopen.

Dít zijn dus onze vertrekpunten. Wij kiezen dus niet voor een bepaald vliegtuig, omdat het Amerikaans is of omdat het zoveel orders oplevert voor onze bedrijven; hoe aardig dat uiteraard ook allemaal is.

Geschikt

De SGP wil het beste vliegtuig voor de beste prijs. De regering heeft na een zeer, zeer grondige vergelijking tussen de verschillende alternatieven geconcludeerd, dat de JSF in dit licht veruit het meest geschikte toestel is.
Voor ons weegt daarbij ook zwaar mee, dat de Koninklijke luchtmacht met overtuiging kiest voor de JSF. Zij moeten er immers mee vliegen!

Daarnaast is Lockheed Martin (producent van de JSF) de producent van de succesvolle F-16. Dat boezemt het nodige vertrouwen in en geeft enige garantie voor de toekomst.

Bij de keuze van zo’n cruciaal jachtvliegtuig legt ook de keuze van andere landen gewicht in de schaal. Mede in het licht van de mogelijkheden van gezamenlijk opereren is een breed draagvlak voor een bepaald concept gewenst. Wat dat betreft scoort de JSF veel beter dan alle andere alternatieven. Zeer bepalend is natuurlijk ook dat president Obama met kracht dit project doorzet. Veelzeggend!

Het participeren door Nederland aan het JSF-project levert daarnaast substantiële werkgelegenheid op en belangrijke technologische kennis.

Voorgaande argumenten hebben ertoe geleid dat de SGP tot nu toe de regering heeft gesteund in haar beleid t.a.v. de JSF.

Over deze steun ben ik de laatste jaren steeds meer tevreden geworden. De ontwikkelkosten van de JSF zijn de afgelopen jaren serieus gestegen; mede vanwege de snelle stijging van grondstofprijzen. Omdat Nederland echter – als het gaat om de ontwikkelingsfase – haar bijdrage heeft gemaximeerd op 800 miljoen – wordt Nederland niet aangeslagen voor deze stijging. Voor kopers van de plank geldt dit wel!

Een belangrijke vraag: Nederland heeft haar bijdrage van 800 miljoen toch vrijwel geheel betaald? Wat zou dus stoppen met de ontwikkelingsfase opleveren, zoals sommigen bepleiten? Is dat substantieel? Daarnaast: wat gaat stoppen, kosten? Wat betekent dit voor werkgelegenheid, onderhoudscontracten, etc.?
Het is verder toch zo dat alle andere uitgaven voor de JSF pas plaats vinden ná 2017; even afgezien van de opleidingskosten voor de testvliegers. In die zin is er dus geen verband tussen de aanschaf van de JSF en de huidige bezuinigingen?

Wijs

Inhoudelijk zie ik onvoldoende reden voor een pas op de plaats. Er is sprake van een besluitvormingsproces, waarmee de Kamer al jaren geleden heeft ingestemd. Op cruciale momenten met steun van de PvdA. De harde feiten zijn immers dat de investeringskosten en de totale levensduurkosten voor de JSF het laagst zijn en daarbij kent het vliegtuig de meeste mogelijkheden voor doorontwikkeling, juist ook omdat er enkele duizenden gebouwd zullen worden. Dit laatste is met het oog op de toekomst van groot belang.
Daarnaast is het openbreken van contracten en afspraken nooit een erg sterke zaak. Doet ernstig afbreuk aan vertrouwen.

De SGP wil niet blind zijn voor een politieke werkelijkheid. In die zin vraag ik de minister of het niet wijs zou zijn om scherp in kaart te brengen wat stoppen met de ontwikkelingsfase impliceert. Wat levert dat op? Welke kosten zijn daaraan verbonden? Wat betekent het voor ons bedrijfsleven en werkgelegenheid? Als we uiteindelijk toch JSF’s van de plank kopen, hoeveel voordeel hebben we dan misgelopen door de ontwikkelingsfase te verlaten? Etc. Is de minister bereid tot deze exercitie, zodat in ieder geval op basis van feiten geoordeeld kan worden? Zou bijvoorbeeld de Algemene Rekenkamer dit kunnen doen?