10 december 2015

Verbouwing Binnenhof

Dit jaar hebben wij onze 200e verjaardag gevierd door de bloemetjes buiten te zetten op dé plek die daarvoor het symbool is, het Binnenhof. Gebruik je de term Staten-Generaal, dan tellen we er zelfs nog honderden jaren Binnenhof bij.

In al die eeuwen is het Binnenhof bijna continu verbouwd. Bij alle ingrepen die er waren, ook bij de meest ingrijpende, is nooit zelfs maar overwogen om het Binnenhof te verlaten. 
En nu, in 2015, nu ons méér mogelijkheden ter beschikking staan dan ooit, lijkt het erop dat we voor het eerst in de geschiedenis (tijdelijk) van het Binnenhof vertrekken.

Nut en noodzaak van de renovatie zijn zo goed als onbetwist.  Kernvraag is nu: hoe? 
De twee uitersten zijn: gefaseerd in 13 jaar, of alles leeg gedurende 5,5 jaar. 
Aan ons de taak om varianten te wegen.  Bij voorbaat kan ik aangeven dat we ons bij geen van de genoemde opties voldoende thuis voelen.  Voor de SGP spelen twee factoren een centrale rol:

  1. Zo kort mogelijke verbouwing, zeker voor het oudste deel van het Binnenhof
  2. Deugdelijk financieel kader

Over de korte variant merkt het kabinet op: 
“Het Binnenhof wordt geheel verlaten en het politieke proces verplaatst. Dat raakt het hart van de democratie.” Dat is nogal boud geformuleerd, maar wie gevoel heeft voor historie herkent dit wel. Dé magneet van Den Haag was en is het Binnenhof. Pronkstuk is de Ridderzaal, die buiten schot blijft bij de verbouwing. De SGP vindt het belangrijk dat de gebouwen erom heen zo kort mogelijk buiten gebruik zijn. En dat blijkt goed mogelijk. Met beperkte meerkosten kunnen we ervoor zorgen dat het oudste deel van het Binnenhof na 2,5 jaar weer open kan. Daar zou dus maximaal op ingezet moeten worden.

De gefaseerde varianten pakken allemaal duurder uit. Uit de kostentabel blijkt dat de ‘goedkope’ ‘vertrekvariant’ begroot wordt op 475 miljoen. De langste variant kost maar liefst 125 miljoen meer.Dat vindt de SGP teveel. Het vertrekpunt  ligt dus in de kortste variant. 
Echter, déélvarianten waarin de Tweede Kamer en het oude Binnenhof versneld worden opgeleverd, leiden tot slechts beperkte meerkosten: 8 miljoen. De SGP zou graag zien dat een variant wordt uitgewerkt waarin beide deelopleveringen gecombineerd worden. Daarover is nu helaas nog onvoldoende informatie.

Conclusie van de SGP is daarom dat een snelle  deeloplevering van het oudste deel van Binnenhof zeer wenselijk is. Daarbij weegt mee dat de Senaat unaniem tegen de rigoureuze vertrekvariant is en dat de Ridderzaal, hét symbool van politiek Den Haag, níet worden verbouwd. De meerkosten zijn minimaal, de ermee gemoeide tijd is te overzien, de overlast is acceptabel en er wordt recht gedaan aan een eeuwenlange geschiedenis.