16 december 2015

Voorwaarts, mars!

De vraag naar gezond en verantwoord geproduceerd voedsel en naar grondstoffen voor ‘groene’ chemie neemt toe. Dat biedt perspectief voor de Nederlandse landbouw, zou je denken. Er liggen voor deze prachtige sector inderdaad kansen. Als SGP-Kamerlid constateer ik echter ook dat de praktijk helaas weerbarstig is.

Beleid is vaak onnavolgbaar. De inkt van het ene besluit is nog niet droog of het andere komt er weer aan. Een melkveehouder verwoordde het treffend: “Vol ongeloof zien we ons gedane werk voor onze toekomst met één brief, als sneeuw voor de zon, verdwijnen.” Milieueisen stapelen zich op. Boeren weten niet waar ze aan toe zijn. Daarbij komt dat investeringen in milieu en dierenwelzijn lastig terug te verdienen zijn, zeker als sprake is van overaanbod en economische tegenwind. Ondanks de toegenomen maatschappelijke ‘belangstelling’ voor de landbouw trekken consumenten en supermarkten maar moeizaam de portemonnee voor betere waterkwaliteit of diervriendelijkere stallen. Zeugenhouders eindigden het afgelopen jaar met dikke rode cijfers. Waar is de beloning voor de moeilijke omschakeling naar groepshuisvesting? Ook speelt mee dat onze boeren concurreren met Europese collega’s die met minder strenge regelgeving te maken hebben. Verder zien we te vaak dat beleid achter de tekentafel wordt opgesteld en dat het geen recht doet aan de (boeren) werkelijkheid. Waarom het Lage DoseringsSysteem voor gewasbeschermingsmiddelen dwarszitten als het einde van het liedje is dat meer en vaker middelen ingezet moeten worden?

Ik vind we onze boeren in staat moeten stellen om genoeg en verantwoord voedsel te produceren. We moeten ze niet wegjagen, maar koesteren. Vergeet niet dat de agrarische sector nog steeds een belangrijke motor van onze economie is. Bedrijven van boeren en tuinders zetten een hele keten in beweging, inclusief export. Daarnaast ligt er een verduurzamingsopgave. Omdat we gewoon goed moeten zorgen voor onze leefomgeving. Omdat de maatschappij het wil. Omdat bulkproductie ook economisch onvoldoende perspectief biedt.

De SGP zet in op het praktijk-proof maken van regelgeving, stimuleren van innovatie en het bieden van ruimte voor samenwerking. De regering moet meer lef hebben om hier slagen in te maken. Bijvoorbeeld door in te zetten op een hoger fosfaatplafond. Dat doet recht aan de toegenomen mestverwerking en geeft boeren wat meer lucht.
Ik pleit voor een landbouwakkoord. De overheid moet afspraken maken met landbouwsector, ketenpartijen, maatschappelijke organisaties en andere betrokken partijen over de marsroute naar de toekomst en wat daarbij van de verschillende partijen verwacht mag worden. Dan ligt beleid tenminste voor meer dan vijf jaar vast.
Binnenkort is Nederland voorzitter van de Europese Unie. Dat biedt mogelijkheden om het Europese beleid bij te schaven. Ik zou graag zien dat werk wordt gemaakt van:

  1. Meer gezond boerenverstand bij de uitvoering van de Nitraatrichtlijn. Brussel koppelt de derogatie voor grasland aan het hele mestbeleid en de totale mestproductie. Dat frustreert inhoudelijke besluitvorming. Ons hoogproductieve grasland verdient een stevige derogatie. Ook moet er meer aandacht komen voor het op peil houden van de bodemvruchtbaarheid.
  2. Beter werkbare Natura 2000 regelgeving. Op alle slakken wordt nu zout gelegd. Dat zorgt voor veel rompslomp, berekeningen tot achter de komma en onnodige vertraging bij bedrijfsontwikkeling. Dat moet en kan anders.
  3. Versoepeling van het mededingingsbeleid. Boeren moeten meer ruimte krijgen om een vuist te maken richting supermarktketens en om investeringen in dierenwelzijn en milieu terug te verdienen.

Elbert Dijkgraaf, Tweede Kamerlid SGP