25 maart 2024

Waker opgepakt bij abortuskliniek - SGP stelt Kamervragen

Lees hier de schriftelijke Kamervragen van het SGP-Kamerlid Diederik van Dijk aan de minister Yeşilgöz van Veiligheid en Justitie en minister De Jonge van Binnenlandse Zaken over het bericht ‘Politie pakt waker op bij abortuskliniek’. 

  1. Heeft u kennisgenomen van het bericht ‘Politie pakt waker op bij abortuskliniek’?
  2. Wat vindt u ervan dat iemand onterecht zes uur in de cel zit vanwege een vreedzaam ‘eenmansprotest’?
  3. Bent u het ermee eens dat het arresteren en vastzetten van personen zonder dat daar een aanklacht uit volgt niet gebruikt mag worden als oplossing voor een vermeende hinderlijke situatie?
  4. Bent u het ermee eens dat een dergelijke onterechte arrestatie en hechtenis als intimiderend kan worden ervaren?
  5. Kunt u bevestigen dat een eenmensprotest geen betoging is in de zin van de Wet openbare manifestaties (WOM), maar valt onder de grondwettelijke beschermde vrijheid van meningsuiting?
  6. Erkent u dat een vreedzaam eenmensprotest, hoe choquerend, kwetsend of verontrustend deze ook wordt ervaren, in beginsel daarom niet kan worden verboden of beëindigd vanwege vijandige tegenreacties dan wel de vrees daarvoor?
  7. Deelt u de mening dat het opkomen voor ongeboren leven en het uitdelen van flyers met hulp bij ongewenste zwangerschap valt onder de reikwijdte van vrijheid van meningsuiting en dus grondwettelijk beschermd wordt?
  8. Klopt het dat artikel 11 lid 2 EVRM onder andere vereist dat een beperkingsmaatregel ‘noodzakelijk in een democratische samenleving’ is en dat het slechts als ‘hinderlijk’ ervaren van een waker onvoldoende juridische grond biedt om een eenmensprotest te beëindigen?
  9. Klopt het dat een burgemeester niet de bevoegdheid heeft om, blijkens het artikel in het Reformatorisch Dagblad, een eenmensprotest op basis van de inhoud van het betreffende protest te beschouwen als manifestatie in de zin van de WOM?
  10. Wat doet u om gemeenten te informeren en toe te rusten, over hoe zij, gelet op de grondrechtelijke bescherming, dienen om te gaan met eenmensprotesten?