13 december 2017

Zorg vóór het leven

Lees hier de bijdrage van SGP-fractievoorzitter Kees van der Staaij aan de begrotingsbehandeling van Volksgezondheid, Welzijn en Sport:

Er staan mooie voornemens voor de zorg in het regeerakkoord. Het kabinet gaat ambitieus aan de slag met preventie en gezondheidsbevordering, belooft werk te maken van goede zorg voor iedereen en vindt dat iedereen, met of zonder beperking, mee moet kunnen doen in de samenleving. Laat ik zeggen dat de SGP het uitgangspunt, het motto deelt: geen grote stelselwijzigingen, maar werken aan concrete verbeteringen met oog voor de menselijke maat. Die geest spreekt ons aan. Meer dan ooit hoor ik nu echt iedereen in de zorg zeggen dat het de spuigaten uitloopt met de administratieve lasten. Het is dus de kunst en de opgave om het ijzer te smeden nu het heet is en die bevrijding van registratie- en regeldruk ook echt waar te maken. Er zijn inmiddels ambitieuze plannen aangekondigd en we wachten met spanning de concrete voorstellen af. Concreet vraag ik nu aandacht voor de administratieve lasten die voortkomen uit overbodige inkoop-, kwaliteits- en verantwoordingseisen die zorginkopers opleggen. Twee jaar geleden heb ik met mevrouw Bruins Slot een motie (34300-XVI, nr. 77) ingediend, die brede steun kreeg, met het voorstel om zorgverzekeraars, zorgkantoren en gemeenten te laten werken aan standaardisatie van inkoop-, kwaliteits- en facturatie-eisen. Helaas is er nog te weinig veranderd. Daarom vraag ik het kabinet hoe het aankijkt tegen het voorstel om de NZa opdracht te geven om verzekeraars en deelsectoren op te roepen om inkoop- en verantwoordingseisen vast te leggen in een inkoopstandaard, zodat dubbele, soms tegenstrijdige eisen worden vermeden.

Het verdelen van schaarste is lastig maar noodzakelijk, ook en misschien wel juist in de zorg. Het is belangrijk dat verspilling, verkwisting, wordt tegengegaan. Daar is al het nodige over gezegd vanavond. Mijn vraag is wat het kabinet daaraan gaat doen. De manier waarop de verdeling van het geld tussen de verschillende zorgsectoren tot stand komt, is op dit moment best ondoorzichtig en mijns inziens niet optimaal. We zagen bijvoorbeeld bij de op zichzelf gewenste en door ons zeker ook gesteunde investering in de verpleeghuiszorg dat het eigenlijk in een keer een juridisch bindende uitkomst was. Terecht is toen aan de bel getrokken: hoe zit het dan met de wijkverpleging en de gehandicaptenzorg? Hoe wordt nu ook gewaarborgd dat het totaalplaatje in evenwicht is? Leidt de gehanteerde systematiek niet tot verstoringen in het evenwicht als er uiteindelijk geen duidelijke politieke weging meer is op basis van een overzicht van wat er per sector echt nodig is?

Richting de verpleeghuissector heb ik nog de vraag hoe dat geld daadwerkelijk ingezet wordt en hoe wordt voorkomen dat instellingen die het eigenlijk al goed doen, worden gestraft voor goed gedrag als extra geld uiteindelijk alleen maar gekoppeld wordt aan concrete verbeterslagen die nog moeten plaatsvinden.

Ik vraag de regering om voortvarend aan de slag te gaan met de uitvoering van het VN-verdrag. Heel praktisch vraag ik de regering hoe zij ervoor zorgt dat openbare gebouwen snel toegankelijk worden voor mensen met een beperking. Dat was vandaag een van de wensen die in de petitie naar voren kwam. Dan denk je eigenlijk: hoe vaak hebben we dat al niet gehoord? Dat zou toch al lang geregeld moeten zijn?

Terecht wil het kabinet inzetten op preventie en een gezonde leefstijl. Problematisch alcoholgebruik wordt aangepakt, zo lees ik in het regeerakkoord. Maar mijn vraag is: hoe? Ik heb een concrete suggestie. In Schotland heeft het Britse hooggerechtshof groen licht gegeven voor het invoeren van een minimumprijs voor alcohol. Zou zo'n minimumprijs ook niet in Nederland een goede gedachte zijn? Ik denk ook aan moties die in het verleden in deze Kamer zijn aangenomen om het stunten met bier tegen te gaan. Die gingen ook over happy-hourpraktijken. Toen werd gezegd: dat kan Europeesrechtelijk niet. Kennelijk is er daarvoor wel ruimte. Graag een reactie op dat punt.

In de afgelopen jaren is er een steeds groter beroep gedaan op mantelzorgers en vrijwilligers in de zorg. Toch laat het rapport van het Sociaal en Cultureel Planbureau dat we een dezer dagen op ons bureau kregen, zien dat de informele zorg niet duidelijk aan het toenemen is. Het percentage vrijwilligers in de ouderen- en de gehandicaptenhulp zou zelfs afgenomen zijn. Hoe duidt de regering deze ontwikkeling? Blijft niet een probleem dat in het belastingstelsel ook het verlenen van mantelzorg en vrijwilligerswerk negatief uitpakt, omdat je daarmee de bonussen voor betaalde werkuren misloopt? Bent u bereid om creatief te zoeken naar oplossingen hiervoor? Ik wil nog even specifiek ingaan op de pleegzorg. Er wordt in de pleegzorg een onderzoek gedaan naar mogelijkheden om de pleegzorg aantrekkelijker te maken. Ik vraag om dit punt van de effecten van het belastingstelsel daarin mee te nemen. Ik hoor graag een reactie van de minister daarop.

Vorige week werd de Week van het Leven vormgegeven. De centrale boodschap is dat ook de allerkleinsten bescherming verdienen en hun moeders alle steun. Dat zette veel mensen aan het denken. Zo kwam ik ook op social media regelmatig tegen: ik ben voor abortus, maar dat het dit jaar meer dan 30.000 keer gebeurt, daar schrik ik toch wel van. Officieel mag een abortus alleen in onontkoombare noodsituaties plaatsvinden. Ik vraag de regering daarom, juist met het oog op moeilijke situaties waarin vrouwen zich bevinden als beleidsdoelstelling te formuleren dat het aantal noodsituaties omlaag wordt gebracht.

Vorig jaar diende de SGP een initiatiefnota in om de hulp aan onbedoeld zwangere vrouwen te verbeteren. Wanneer krijgt de Kamer de daarop gevraagde kabinetsreactie? Als SGP willen we alvast op een onderdeel verder doorgaan en met een initiatiefwetsvoorstel komen dat regelt dat iedere onbedoeld zwangere vrouw een aanbod krijgt om een of meer keuzebegeleidingsgesprekken te voeren buiten een abortuskliniek.

Ik vind het onbevredigend dat de subsidie voor Siriz voor 2018 nog steeds niet rond is, ondanks de toezegging van de vorige staatssecretaris. Ik vraag daarom om dit snel en goed te regelen. Graag een reactie daarop.

Recent kwam ik in contact met een blije jonge moeder van een gezonde baby, die zei dat er volgens de Nederlandse richtlijnen voor die baby geen behandeling mogelijk was, omdat die te vroeg geboren was. Maar in Duitsland was het wel mogelijk. Uiteindelijk bleek het kind ook gezond te zijn. Zij vroeg zich af, en ik wil die vraag graag doorgeleiden, of het niet heel onbevredigend is dat dit in Nederland niet kan. Hoe is dit verschil te verklaren? Het is toch ongelukkig dat in een buurland om de hoek wel behandeld kan worden, terwijl dat in Nederland niet gebeurt? Zouden juist in een, medisch gesproken, grijs gebied de wensen van de ouders hierin ook niet meer leidend moeten zijn?

Tot slot nog een medisch-ethisch punt rond de euthanasiepraktijk. De laatste tijd zie je dat ook veel artsen, ook psychiaters, zich mengen in dat debat. Je ziet gelukkig ook dat bij velen de overtuiging leeft dat het leven een geschenk is en geen bezit en dat we eerbied voor het leven moeten koesteren. Veel psychiaters zeggen dat ze moeite hebben met het doden van mensen, psychiatrische patiënten bij wie de doodswens soms zo zeer verbonden kan zijn met het ziektebeeld en het onduidelijk is of uitzichtloosheid daadwerkelijk aan de orde is. Tot nu toe is op dat punt vrij lauw gereageerd, ook van de kant van het kabinet. Wij vragen de regering om meer recht te doen aan deze zorg, die ook aan de orde is gesteld in het rondetafelgesprek dat we onlangs in deze Kamer hadden.

Ik onderstreep ook graag het pleidooi voor een betere palliatieve psychiatrie, ook zo'n punt uit het rondetafelgesprek dat de Kamer heeft gehouden. De palliatieve zorg wordt vaak pas intensief ingezet aan het einde van het leven, terwijl patiënten al veel eerder baat hebben bij goede pijnbestrijding en palliatieve zorg. Dat blijkt weer uit een recent verschenen proefschrift. De belangrijkste boodschap daaruit is dat een patiënt met dementie die in het verpleeghuis wordt opgenomen, vraagt om een palliatieve zorgbenadering vanaf het moment van opname en niet pas aan het einde van het traject, zoals nu vaak gebeurt. Mijn vraag is hoe de regering dit gaat bevorderen.