8 september 2025

Abortusdebat radicaliseert door D66-plan

D66 komt met een radicaal plan om abortus als mensenrecht te bestempelen. 'Onthutsend', vindt SGP-fractievoorzitter Chris Stoffer. Het beëindigen van menselijk leven kan onmogelijk een mensenrecht zijn. Lees hieronder de bijdrage van de SGP.

Voorzitter, we spreken in de Tweede Kamer vaker over abortus en over mensenrechten. Maar niet vaak gaat het zó om de kern van de zaak als vandaag: wat is abortus en wat zijn mensenrechten? En hoe is het mogelijk dat juist die twee aan elkaar verbonden worden?

Laat ik beginnen bij iets waarover D66 en SGP het eens zijn, namelijk dit:
alle mensen genieten mensenrechten. Mensenrechten zijn vastgelegd in internationale verklaringen, zoals de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens en het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. Met de verschrikkingen van de Tweede Wereldoorlog nog vers in het geheugen waren deze verdragen bedoeld om de burger te beschermen tegen geweld en brute machtsuitoefening. Tot de meest fundamentele rechten behoort de bescherming en eerbiediging van de menselijke waardigheid, maar ook het recht op leven. Dit staat glashelder verwoord in artikelen 1 en 2 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie.

De initiatiefneemster stelt nu dat ook abortus een mensenrecht is. Dit is eigenlijk onbestaanbaar. De radicaliteit van haar pleidooi is beklemmend. De bewoordingen die zij in haar nota kiest, zijn bij vlagen onthutsend. Zij zet hiermee de werkelijkheid op z’n kop. Bij een abortus wordt immers een ongeboren mens gedood.

In de beantwoording van feitelijke vragen over haar initiatiefnota geeft de initiatiefneemster precies aan wanneer volgens haar menselijk leven begint.
Ik citeer: “De initiatiefnemer kan aangeven wanneer het leven biologisch start, namelijk bij de bevruchting van de eicel door de zaadcel.”

Dat klopt inderdaad: hierover is zéér brede consensus onder biologen. Maar als het zo is, dat het recht op leven behoort tot de meest fundamentele mensenrechten;

Als het zo is, dat wij dit mensenrecht toekennen aan álle mensen;
Als het zo is, dat menselijk leven bij de bevruchting begint;
Als het zo is, dat abortus dus ongeboren menselijk leven doodt;

  • Dan kan abortus toch onmogelijk een mensenrecht zijn?
  • Sterker nog, dan is abortus toch juist een grove schending van mensenrechten?
  • Of is er ooit een ánder mensenrecht geweest dat het recht behelsde om een ander mens te doden?
  • Waar komen we terecht als een overheid burgers het recht toekent een ander leven – een geschenk van God! – te doden?

Voorzitter, een cultuur waarin dit soort voorstellen gedaan worden, verkeert in een staat van diep verval.

Vaak wordt gezegd: het belang van de vrouw weegt zwaarder dan het recht op leven van het ongeboren kind.

  • Maar wat is dan het principiële verschil tussen een ongeboren kind en een geboren kind?
  • Hoe kan de leeftijd van een mens, iets waar hij of zij niets aan kan doen, ons het recht geven om hem of haar te doden?

Voorzitter, ik vraag me ook af hoe de initiatiefneemster haar voorstel rijmt met evidente bepalingen uit verdragen. In de preambule van het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind staat dat elk kind ‘‘op grond van zijn lichamelijke en geestelijke onrijpheid bijzondere bescherming en zorg nodig heeft, met inbegrip van geëigende wettelijke bescherming, zowel vóór als na zijn geboorte”.

Voorzitter, het is goed dat het kabinet het pleidooi van de initiatiefneemster om abortus als mensenrecht te beschouwen niet overneemt. Aan de minister wil ik twee dingen vragen.

  • Kom in Europees en internationaal verband méér op voor het recht op leven van ongeboren kinderen.
  • Sta pal voor de vrijheid van organisaties om zich uit te spreken voor fundamentele rechten en vrijheden en vóór de bescherming van ongeboren leven.

Dankuwel.