14 juni 2022

Van der Staaij over buitenlandse zaken

Lees hier de bijdrage van SGP-fractievoorzitter Kees van der Staaij aan het commissiedebat met minister Hoekstra over de hoofdlijnenbrief over het beleid op Buitenlandse Zaken.

Voorzitter, ik verdeel mijn bijdrage in 3 ‘blokjes’: geopolitiek, het Midden-Oosten, en de VN.

Geopolitiek kantelmoment
Ten eerste het ‘geopolitieke kantelmoment’ waarover de hoofdlijnenbrief terecht spreekt. De Russische inval in Oekraïne - tirannie op Europese bodem - brengt veiligheid, rechtsorde en stabiliteit in gevaar, maar creëerde ook ongekende eenheid! De NAVO, niet lang geleden door sommigen irrelevant verklaard, blijkt springlevend. De militaire presentie aan de oostgrenzen is vliegensvlug versterkt. Finland en Zweden hebben op de deur geklopt. De SGP-fractie is van mening dat voor deze landen de deur naar de NAVO open moet staan. Heeft de minister het vertrouwen dat ook de overige NAVO-landen akkoord gaan?

Met zorg zien wij het initiatief van de EU voor een parallelle veiligheidsstructuur naast de NAVO. Dat is onnodig: de NAVO is uitstekend toegerust; risicovol: de EU is hierin volstrekt onervaren; en mogelijk contraproductief: je kunt een ‘single set of forces’ niet in NAVO- én EU-verband inzetten. Laat de EU daarom de focus houden op economische en diplomatieke kracht, en laat Europese NAVO-landen in NAVO-kader hun defensies en strategische defensiesamenwerking versterken.

  • Ik kan me goed voorstellen dat de minister deze visie deelt?
  • Daarnaast vraag ik hem of hij erkent dat, ook in het kader van het Gemeenschappelijke Buitenland- en Veiligheidsbeleid (GBVB), júist de noodzaak van consensus de effectiviteit en eenheid in de uitvoering versterkt? En dat we dus moeten vasthouden aan het vetorecht?

Als onderdeel van het ‘geopolitieke kantelmoment’ wijst de brief ook op de rol van China.

  • Wat zijn concreet de prioriteiten voor een alert en realistisch Chinabeleid?
  • Hoe raakt Nederland echt toegerust om de economische- en cyberveiligheid te waarborgen?

Terecht wordt ingezet op meer strategische autonomie op punten als energie en voedselvoorziening, ook om afhankelijkheid van ongure leiders te verkleinen.

Midden-Oosten
Een ‘gloeiendheet hangijzer’ dat in de hoofdlijnenbrief helaas niet genoemd wordt: Iran. Het land paart agressieve retoriek naar o.a. Israël aan grote nucleaire ambities en geslotenheid. Mijn vragen aan de minister:

  • Heeft een nieuw nucleair akkoord niet dezelfde gebreken als de JCPOA destijds?
  • Wordt gedegen verificatie door het IAEA gegarandeerd, en ook het gevaarlijke ballistische raketprogramma en de steun aan terreur bij de afspraken betrokken?

Inzake Israël zijn wij, zoals de minister weet, bezorgd over de disproportionele kritiek in VN-gremia. De SGP is dankbaar dat Nederland, net als Duitsland, het VK, Oostenrijk en anderen, het kritische joint statement van de VS heeft ondertekend inzake de Commission of Inquiry (COI). Want inderdaad: het mandaat is te vaag, de leden zijn vooringenomen, en geheel naar verwachting bevat het eerste onderzoeksrapport een juridisch zeer zwakke analyse.

  • Zet Nederland zich in om de COI en/of haar subsidiëring zo snel mogelijk te stoppen?
  • De SGP is blij dat de regering bij de instelling al kritiek leverde, maar vraagt om voortaan niet alleen van stemming te onthouden, maar tegen dergelijke anti-Israëlische initiatieven te stemmen.

Een rechtvaardige wereld
Ten derde: laten we proberen een klein steentje bijdragen aan een rechtvaardige wereld. Drie aandachtspunten in dat verband.

  1. Laten we werken aan VN die zich, zonder ‘aanzien des naties’, richten op vrede en stabiliteit. Aan een VN waar dictators niet anderen de maat nemen, een Veiligheidsraad niet verblind en verlamd is door eigen belangen, en specifieke landen geen eigen agendapunt krijgen. Hoe zet Nederland zich hier voor in?
  2. Noem misstanden wat ze zijn; noem de Armeense genocide wat het was. Is de minister bereid dit standpunt serieus te (her)overwegen?
  3. Werk samen met het maatschappelijk middenveld en lokale actoren voor mensenrechten zoals godsdienstvrijheid. Wat is de inzet van onze ambassades op dit punt, ook vanuit het mensenrechtenfonds? Wordt er nadrukkelijk samengewerkt met lokale religieuze leiders, onder meer met het oog op voorkomen of verminderen van radicalisering, en versterken van sociale omstandigheden?