7 november 2024

Flach over mestbeleid

De Tweede Kamer debatteerde op donderdag 7 november in commissieverband met minister Wiersma over het mestbeleid. De bijdrage van SGP-Kamerlid André Flach is hieronder te lezen.

Je zou het soms bijna vergeten: landbouwgrond heeft bemesting nodig voor voedselproductie. De akkerbouw is afhankelijk van dierlijke mest. Kunstmest is een aanvulling, maar voedt de bodem niet met organische stof. Onlangs werd ik verrast door een bericht uit Duitsland. Door beperkingen in de stikstofbemesting daalt het eiwitgehalte in de tarwe en lukt het boeren niet meer om tarwe van voldoende bakkwaliteit te produceren. Die tarwe kan dus niet meer naar de bakker, maar moet naar de veevoerfabriek. En dat door het mestbeleid. Kortom, we moeten ons blijven realiseren dat mestbeleid ook invloed heeft op voedselproductie en voedselzekerheid.

Achtste actieprogramma
Per 1 januari 2026 moet een nieuw actieprogramma ingaan. De voorbereiding is een lang proces. De minister heeft nu een evaluatie van het huidige beleid naar de Kamer gestuurd. Maar ik mis de vooruitblik op het volgende actieprogramma. Welke denklijnen en maatregelen heeft de minister in gedachten? Hoe gaat zij dit verder oppakken?

Het Planbureau en het CDM geven terecht aan dat voor verdere verbetering van de waterkwaliteit regionaal maatwerk nodig is. Daar pleit de SGP al jarenlang voor. De positieve inschattingen van modelberekeningen bij generieke maatregelen worden in de praktijk niet echt waargemaakt. Ieder gebied is immers weer anders. Hoe wil de minister dit regionaal maatwerk gaan oppakken?

De SGP pleit voor het uitzonderen van niet kwetsbare gebieden, zoals het Rivierengebied. Verder moeten we voor verschillende stroomgebieden of regio’s verschillende actieprogramma’s gaan opstellen, zodat maatregelen en derogaties toegesneden kunnen worden op de regionale problematiek.
Wil de minister hiernaar kijken?

Het gaat uiteindelijk om de waterkwaliteit. Maar, op welke waterkwaliteitsnormen wordt gestuurd? Stikstof- en fosfornormen zijn ondergeschikt aan de biologische doelen. Als die laatste gehaald worden is de vraag of stikstof- en fosfornormen overschreden worden minder relevant. Zijn voor de minister in het mestbeleid de biologische waterkwaliteitsdoelen leidend?

Goed dat de minister eerst onderzoek doet naar de gevolgen van een graslandnorm. Neemt de minister de gevolgen voor de waterkwaliteit daarin mee?

Mestcrisis
Waar gaat het naar toe met de derogatie en het verkrijgen van meer plaatsingsruimte? Twintig boeren in de Achterhoek hebben meegedaan aan een pilot met een bedrijfseigen stikstofnorm. Ze kregen ruimte voor 260 kilogram stikstof uit dierlijke mest. Daarbij gebruikten ze veel minder kunstmest dan de totale gebruiksnorm toeliet. De waterkwaliteit ging niet achteruit. Gebruikt de minister deze en andere resultaten om ruimte te krijgen voor derogatie in combinatie met een korting op de totale gebruiksnorm?

Ik blijf bij de minister aandringen op het met gezwinde spoed aanpassen van de aanwijzing van NV-gebieden. Gebruik - waar beschikbaar - recente bronnenanalyses voor het aandeel landbouw. Dat scheelt NV-gebied in onder meer de waterschappen Noorderzijlvest en Amstel, Gooi en Vecht. Schrap de stikstofkorting in die NV-gebieden waar alleen fosfor het probleem is. Gaat de minister hier per 1 januari voor zorgen?

Gaat het lukken om volgend jaar kunstmestvervangers toegelaten te krijgen?
Worden anders de pilots met mineralenconcentraten verlengd?

Heeft de minister al afspraken met medeoverheden gemaakt om initiatieven voor mestverwerking in combinatie met bijvoorbeeld biogasproductie echt van de grond te krijgen?

Het zou de SGP een lief ding waard zijn als de brede beeïndigingsregeling naar voren gehaald wordt. Ziet de minister mogelijkheden om in aanloop hiernaartoe bijvoorbeeld al fosfaatrechten op te kopen om zo snel mogelijk druk van de mestmarkt te halen? Als de geruchten waar zijn en de minister 1 miljard euro wil uittrekken voor de nieuwe opkoopregelingen, levert dat misschien 10 miljoen kilogram minder productie van stikstof op. Dan kan nog steeds een deel van de mest niet geplaatst worden. Waar wil de minister uitkomen?

Excretiefactoren
Ik blijf zeuren over het onvoldoende meerekenen van gasvormige verliezen. De minister verschuilt zich achter het CDM-advies, gebaseerd op data tot 2017. Dit advies biedt echter aanknopingspunten om de stikstofcorrectiefactoren vérder te verhogen dan 14%. Jongvee heeft hogere gasvormige verliezen. Onderzoek op basis van recentere data laat zien dat stalsystemen hogere verliezen met zich meebrengen. Ik vraag de minister om hier inhoudelijk op in te gaan. Zij bepaalt uiteindelijk de excretiefactoren, en niet het CDM. Zij wil toch ook niet dat melkveehouders in deze zware tijd onnodig mest moeten afvoeren, omdat de overheid haar cijfers niet op orde heeft?

De minister werkt aan het aanpassen van de excretieforfaits voor melkvee.
Ook voor vleesvee geldt dat excretieforfaits hoger zijn dan in de praktijk gerealiseerd wordt. Gaat de minister voor vleesvee, net als voor melkvee, de forfaits per 1 januari aanpassen aan de praktijk? Zo nodig met terugwerkende kracht als notificatie in Brussel echt nodig zou zijn.