17 december 2025

Verbreed de energiemix en bouw meer kerncentrales

De Kamer debatteerde op woensdag 17 december met minister Hermans (Klimaat en Groene Groei) in commissieverband over kernenergie. Namens de SGP sprak André Flach. Zijn bijdrage aan het debat is hieronder te lezen.

Weet u wat mij opviel? Dat het Verenigd Koninkrijk ondanks de enorm gestegen bouwkosten voor Hinkley Point C vorig jaar een routekaart voor verviervoudiging van de nucleaire capaciteit heeft gepresenteerd. We moeten inderdaad verder kijken dan bouwkosten. De SGP is voor verbreding van de energiemix en meer kerncentrales. Het maakt onze energievoorziening minder afhankelijk van de fluctuerende stroomproductie van wind- en zonneparken, met bijbehorende impact op het energiesysteem.

Systeemkosten
TNO heeft in haar systeemkostenanalyse voor wind op zee gerekend met een capaciteitsfactor van 57%. In de gevoeligheidsanalyse is ook een capaciteitsfactor van 47% meegenomen. Dat zou neerkomen op zeven miljard euro aan extra systeemkosten. TU Delft heeft laten zien dat de capaciteitsfactor niet tien, maar zelfs twintig procent lager ligt, op 35%. Dan gaan we dik over die zeven miljard euro extra kosten heen. De kostenrisico’s bij kerncentrales zijn minder groot. Deelt de minister de conclusie dat we met inzet op kerncentrales onder aan de streep waarschijnlijk duidelijk goedkoper uit zijn dan met meer wind op zee?

Koeltorens
Omwonenden in gebieden waar mogelijk kerncentrales komen vrezen de komst van lelijke koeltorens. Een van de zoekcriteria is daarom de beschikbaarheid van koelwater. In enkele stukken geeft de minister echter aan dat koeltorens wél binnen het locatieonderzoek vallen. Deltares heeft aangegeven dat door opwarming van het oppervlaktewater mogelijk minder op koelwater gerekend kan worden dan gedacht.

  • Gaat de minister koeltorens vermijden?

Locatie kerncentrales
De minister zoekt naar locaties waar ze op één locatie twee kerncentrales kan inpassen, dus twee in één voorkeursbeslissing. Ik snap het vanuit het oogpunt van kostenefficiëntie. Maar het biedt weinig speelruimte. De commissie MER geeft aan dat als je hier later op terug moet komen, het locatieselectieproces dan opnieuw doorlopen moet worden.

  • Waarom kiest ze er niet voor ook locaties waar één centrale past mee te nemen?

Paulinapolder
In het verlengde hiervan heb ik een vraag over de locaties die in Zeeland in beeld zijn. Een daarvan is de Paulinapolder bij Terneuzen. In Zeeland hebben honderden hectares de bestemming industrie, waarvan een deel braak ligt. Toch is deze polder met maagdelijke landbouwgrond ook in beeld. U kunt zich voorstellen dat omwonenden zich verschrikt afvragen: wat gaat hier gebeuren?

  • Deelt de minister mijn mening dat vooral gekeken moet worden naar industriegebieden, zoals bij Borsele en de Tweede Maasvlakte?

Derde en vierde kerncentrale
De minister wil in het inkoopproces een optie opnemen voor de bouw van een derde en vierde kerncentrale. Dat snap ik. In dit verband wel een vraag. Een derde en vierde kerncentrale zijn nog ver weg. Ondertussen wordt wereldwijd volop gewerkt aan de ontwikkeling van kleine modulaire reactoren. Die zijn mogelijk goedkoper en nog beter in te passen in het energiesysteem. Zou het kunnen dat we tegen die tijd beter in kunnen zetten op SMR’s in plaats van extra traditionele centrales?

Groot project Kamer
Het Rijk gaat zich een grote financiële last op de schouders halen. Het is nodig, maar het is wel zaak dat we als Kamer goed de vinger aan de pols kunnen houden.

  • Wil de minister de Kamer binnenkort informeren over het hele besluitvormingsproces en de planning, zoals geadviseerd door de Rekenkamer?

Het lijkt me in ieder geval goed om de Rijksdeelneming aan te wijzen als groot project.

Betrokkenheid Nederlandse bedrijven
Een groot deel van de werkzaamheden aan nieuwe kerncentrales kan door Nederlandse bedrijven opgepakt worden. Door vroegtijdige betrokkenheid van onze bedrijven kan ook vaart gemaakt worden en worden onaangename verrassingen voorkomen.

  • Hoe gaat de minister dit oppakken?

SMR’s
Ik dank de minister voor de brief met de nationale strategie voor kleine modulaire reactoren. Ik maak uit de brief op dat de minister pas wil instappen als de eerste SMR’s in het buitenland zijn gebouwd. Daar heb ik nog een vraag bij. Thorizon, een Nederlandse start up, stuurt aan op een demonstratieproject met haar SMR-ontwerp in 2030. Allseas, een bedrijf in de off shore industrie, is eveneens bezig met de ontwikkeling van een kleine reactor, ook voor toepassing op schepen. Het bedrijf pleit voor versnelling van de vergunningprocedure. Deze bedrijven worden in de strategie van de minister hooguit één keer in een bijzin genoemd. Trekt de minister proactief met deze bedrijven op, bijvoorbeeld voor het zo snel mogelijk realiseren van een demonstratieproject? Nederland kan een sterke positie opbouwen. Maar dan moeten we wel mee-schakelen met de internationale ontwikkelingen en op tijd klaar staan, bijvoorbeeld door geschikte locaties aan te wijzen.