SGP: iftar-vieringen politie en ministeries volstrekt ongepast

De SGP stelt Kamervragen over islamitische iftar-vieringen op ministeries en bij de politie. "De sterke religieuze lading en achtergrond van Ramadan zijn strijdig met de vereiste neutraliteit van de overheid en de politie", aldus Kamerleden Van Dijk en Flach.

"Als je hoort dat politieagenten in functie de sjahada uitspreken bij een iftar-viering, dan gaan er bij mij wel een paar alarmbellen rinkelen," zegt Diederik van Dijk, "de ramadan is ingesteld door Mohammed en voor moslims een uiting van de innerlijke jihad. Dat wetende, kan ik niets anders concluderen dan dat deze uitingen en vieringen haaks staan op de vereiste neutraliteit van de politie en de overheid."

De SGP wil van de regering weten of zij erkent dat het organiseren van iftars niet samen kan gaan met de vereiste neutraliteit, hoe vaak het voorkomt dat de Nationale Politie en de overheid iftar-vieringen organiseert en hoeveel belastinggeld ermee gemoeid is.

Lees hieronder de schriftelijke vragen van de leden Diederik van Dijk en André Flach (beiden SGP) aan de minister van Justitie en Veiligheid en de minister van Binnenlandse Zaken over het bericht dat de Nationale Politie en het ministerie van SZW en VWS iftars organiseren.

1. Klopt het dat diverse politie-eenheden en ministeries ook dit jaar iftars organiseren, faciliteren of daaraan actief deelnemen?
2. Bent u bekend met de sterk religieuze lading en achtergrond van de Ramadan en welk beeld denkt u neer te zetten met deelname aan een iftar? Bent u zich bewust dat de Ramadan een uiting is van de innerlijke jihad die iedere moslim houdt en is ingesteld door de profeet Mohammed waarmee afhankelijkheid aan Allah betuigd wordt?
3. Hoe is het organiseren en bijwonen van iftars in politie-uniform te verenigen met de neutraliteit die de Politie dient uit te stralen, zoals onder andere blijkt uit de Gedragscode lifestyle-neutraliteit waarin bepaald is dat de politieambtenaar zich er rekenschap van geeft om in het belang van zijn gezag, neutraliteit en zijn eigen veiligheid, bij zijn optreden, in contact met het publiek, een gezagsuitstralende, neutrale en veilige houding behoort in te nemen?
4. Deelt u de mening dat het uitspreken van een islamitisch gebed (De sjahada) door een politieambtenaar in functie bij een iftar met publiek niet strookt met de gezagsuitstralende, neutrale houding van de politie? Hoe is deze praktijk te rijmen met uw opvatting dat religieuze uitingen niet in combinatie met het politie-uniform mogen gebeuren (aanhangsel Handelingen II 2024-2025, nr. 1469)?
5. Kunt u inzichtelijk maken wat de kosten voor de Nationale Politie zijn om de vele iftars in diverse Politie-eenheden te organiseren?
6. In hoeverre organiseren de politie en ministeries op periodieke basis ook bijeenkomsten voor andere religieuze stromingen dan de islam of participeren zij daarin?
7. Wat is de reden dat voornamelijk islamitische feestdagen een plek lijken te krijgen bij de politie en ministeries? Deelt u de mening dat de neutraliteit van de overheid ter discussie kan worden gesteld bij het regelmatig organiseren van islamitische bijeenkomsten?
8. Geeft u zich er rekenschap van dat wanneer er met regelmaat selectief stilgestaan wordt bij bepaalde religieuze feesten dit niet inclusief en divers is tegenover andere religies waarvoor geen of minder bijeenkomsten worden georganiseerd? Hoe weegt u de gevolgen van deze uitstraling richting het personeel?
9. Kunt u deze vragen voor het commissiedebat Politie beantwoorden?